Overzicht
Zweeds naar Frans:   Meer gegevens...
  1. pronomen:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor pronomen (Zweeds) in het Frans

pronomen:

pronomen [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. pronomen
    le pronom
    • pronom [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pronomen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pronom pronomen

Wiktionary: pronomen

pronomen
noun
  1. (grammaire, fr) mot-outil qui peut prendre la place d’un syntagme nominal.

Cross Translation:
FromToVia
pronomen pronom voornaamwoord — (grammatica, nld) een woord dat verwijst naar iets anders zonder ze te noemen. Het woord waarnaar verwezen wordt, heeft een bepaalde zelfstandigheid of kenmerk
pronomen pronom FürwortLinguistik: deutsche Bezeichnung für Pronomen; es handelt sich bei Pronomen/Fürwörtern um eine Wortart, deren Wort ein anderes Wort (meist ein Nomen) oder ein Satzglied im Satz in gleicher Funktion ersetzen kann.
pronomen pronom PronomenLinguistik: eine Wortart; ein Wort, welches ein anderes Wort (meist ein Nomen) oder ein Satzglied ersetzt.
pronomen pronom pronoun — pronoun