Overzicht
Zweeds naar Frans:   Meer gegevens...
  1. novis:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor novis (Zweeds) in het Frans

novis:

novis [-en] zelfstandig naamwoord

  1. novis (nykomling; gröngöling; nybörjare; rookie)
    le bizuth; le débutant; le blanc-bec; le bleu; le nouveau; le novice; la débutante
    • bizuth [le ~] zelfstandig naamwoord
    • débutant [le ~] zelfstandig naamwoord
    • blanc-bec [le ~] zelfstandig naamwoord
    • bleu [le ~] zelfstandig naamwoord
    • nouveau [le ~] zelfstandig naamwoord
    • novice [le ~] zelfstandig naamwoord
    • débutante [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. novis (gröngöling; nybörjare; nykomling)
    le bizut; le néophyte; le nouveau; le bizuth
    • bizut [le ~] zelfstandig naamwoord
    • néophyte [le ~] zelfstandig naamwoord
    • nouveau [le ~] zelfstandig naamwoord
    • bizuth [le ~] zelfstandig naamwoord
  3. novis (gröngöling; nybörjare; rookie)
    l'étudiant de première année; le bizuth; le bleu; le nouveau; le bizut

Vertaal Matrix voor novis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bizut gröngöling; novis; nybörjare; nykomling; rookie
bizuth gröngöling; novis; nybörjare; nykomling; rookie
blanc-bec gröngöling; novis; nybörjare; nykomling; rookie skitunge; unge
bleu gröngöling; novis; nybörjare; nykomling; rookie fegis; få blåmärken; hare; mes; overalls; rookie; ytterbyxor; överdragskläder
débutant gröngöling; novis; nybörjare; nykomling; rookie debutant; nybörjare
débutante gröngöling; novis; nybörjare; nykomling; rookie börjare; debutant
nouveau gröngöling; novis; nybörjare; nykomling; rookie
novice gröngöling; novis; nybörjare; nykomling; rookie pojkspoling; skeppspojke
néophyte gröngöling; novis; nybörjare; nykomling
étudiant de première année gröngöling; novis; nybörjare; rookie
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bleu blå; blått
nouveau fräscht; mest avancerad; mest avancerat; ny; nygjord; nygjort; nytt; oanvänd; oanvänt; orörd; orört; oöppnad; oöppnat; sist utkommen; sist utkommet

Synoniemen voor "novis":


Wiktionary: novis

novis
noun
  1. Celui, celle qui a prendre nouvellement l’habit de religion dans un monastère ou couvent pour y passer un temps d’épreuve avant de faire profession.

Cross Translation:
FromToVia
novis novice NovizeReligion: Mann, der bereits im Kloster lebt und sich auf das Leben als Mönch vorbereitet, aber noch keine Gelübde abgelegt hat; Mönch in der Probezeit
novis novice Novizeübertragen: Person, die neu in einem bestimmten Gebiet ist und noch keine besonderen Erfahrungen gesammelt hat
novis novice NovizeReligion: Frau, die bereits im Kloster lebt und sich auf das Leben als Nonne vorbereitet, aber noch keine Gelübde abgelegt hat; Nonne in der Probezeit