Overzicht
Zweeds naar Frans:   Meer gegevens...
  1. markis:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor markis (Zweeds) in het Frans

markis:

markis [-en] zelfstandig naamwoord

  1. markis (solsegel)
    l'abris; l'appentis; l'auvents
    • abris [le ~] zelfstandig naamwoord
    • appentis [le ~] zelfstandig naamwoord
    • auvents [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor markis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abris markis; solsegel bus skydd; fönstermarkiser; gömmor; gömplatser; gömslen; gömställen; härbärge; skydd; solsegel; solskydd; tillflykt
appentis markis; solsegel förvaringsutrymme; lagerutrymme; tillbyggnader
auvents markis; solsegel fönstermarkiser; härbärge; skydd; solsegel; solskydd; tillflykt

Wiktionary: markis


Cross Translation:
FromToVia
markis marquise; auvent awning — a rooflike cover
markis store blind — covering for a window
markis marquis marquess — title of nobility
markis marquise Markise — gegen Sonnenlicht schützendes Dach aus Stoff, das bei Bedarf ausgestellt werden kann
markis marquis Marquisohne Plural: französischer Adelstitel