Lucka in het Frans vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Frans: Meer gegevens...

lucka:
- lacune; hiatus; vide; trou; brèche; ouverture; trouée; manque; défaut; battant inférieur; puce; microbe
Wiktionary:
- lucka → accroc
- lucka → trappe, passe-plat, lacune, vide, trou, guichet

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor lucka (Zweeds) in het Frans

lucka (hiatus; gap)
la lacune; l'hiatus; le vide
- lacune [la ~] zelfstandig naamwoord
- hiatus [le ~] zelfstandig naamwoord
- vide [le ~] zelfstandig naamwoord
lucka (brytning; bräcka; rämna; bräsch)
le trou; la brèche; l'ouverture; la trouée
- trou [le ~] zelfstandig naamwoord
- brèche [la ~] zelfstandig naamwoord
- ouverture [la ~] zelfstandig naamwoord
- trouée [la ~] zelfstandig naamwoord
lucka (tomrum; gap)
la lacune; le vide; le manque; l'hiatus; le défaut
- lacune [la ~] zelfstandig naamwoord
- vide [le ~] zelfstandig naamwoord
- manque [le ~] zelfstandig naamwoord
- hiatus [le ~] zelfstandig naamwoord
- défaut [le ~] zelfstandig naamwoord
lucka (serveringslucka; dörrhalva; lucköppning)
le battant inférieur; la puce; le microbe
- battant inférieur [le ~] zelfstandig naamwoord
- puce [la ~] zelfstandig naamwoord
- microbe [le ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
battant inférieur	dörrhalva; lucka; lucköppning; serveringslucka
brèche	brytning; bräcka; bräsch; lucka; rämna	dörröppning
défaut	gap; lucka; tomrum	avsaknad; brist; bräcka; defekt; fel; handikapp; maskindefekt; misstag; omoral; osedlighet; skrik; spricka; svaghet; synd; trasigt; underskott
hiatus	gap; hiatus; lucka; tomrum
lacune	gap; hiatus; lucka; tomrum	bräcka; spricka
manque	gap; lucka; tomrum	avsaknad; brist; bräcka; fel; handikapp; knapphet; spricka; underskott
microbe	dörrhalva; lucka; lucköppning; serveringslucka	bakterie; knatten; lillen; mikrob; pysen
ouverture	brytning; bräcka; bräsch; lucka; rämna	avslöjande; bländartal; början; hål; läcka; läckage; låsa upp; ouvertyr; yppande; öppna upp; öppnande; öppning
puce	dörrhalva; lucka; lucköppning; serveringslucka	chip; hårlock; knatten; lillen; loppa; lus; mikroprocessor; pysen
trou	brytning; bräcka; bräsch; lucka; rämna	avlägset hörn; hål; hålighet; håltimme; kolgruvor; luftkanal; luftrör; läcka; läckage; öga; öppning
trouée	brytning; bräcka; bräsch; lucka; rämna	fri sikt; panorama; perspektiv; utsikt; vy
vide	gap; hiatus; lucka; tomrum	hål; hålighet; ingenting; klyfta; läcka; läckage; tomhet; tomrum; vakuum
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
vide		fri; fritt; innehållslös; innehållslöst; lufttom; obebyggd; obebyggt; tom; tomt

lucka

noun

Déchirure faite dans un tissu par quelque chose de pointu ou qui accrocher.
- accroc → reva; lucka; fläck; krok; hake

Cross Translation:

From	To	Via
• lucka	→ trappe	↔ hatch — horizontal door
• lucka	→ passe-plat	↔ hatch — opening for serving food
• lucka	→ trappe	↔ hatch — small door provided for access for maintenance
• lucka	→ trappe	↔ trapdoor — door set into floor or ceiling
• lucka	→ lacune; vide; trou	↔ Lücke — Stelle, an der etwas fehlt, das dort sein sollte
• lucka	→ guichet	↔ Schalter — fachsprachlich: abgeteilter Raum zur Abfertigung des Publikums in einer Halle oder einem größeren Raum (z. B. Bahnhof, Bank oder Post)

Computer vertaling door derden:

Remove Ads