Overzicht
Zweeds naar Frans:   Meer gegevens...
  1. imma:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor imma (Zweeds) in het Frans

imma:

imma [-en] zelfstandig naamwoord

  1. imma (ånga)
    l'évaporation
  2. imma (fuktighet; väta)
    l'humidité
  3. imma (ånga; dimma; dunst)
    l'émanation; la buée; la vapeur; l'effluve
    • émanation [la ~] zelfstandig naamwoord
    • buée [la ~] zelfstandig naamwoord
    • vapeur [la ~] zelfstandig naamwoord
    • effluve [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor imma:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
buée dimma; dunst; imma; ånga dimma; dis
effluve dimma; dunst; imma; ånga
humidité fuktighet; imma; väta fukt; fuktighet; fuktighetsgrad; råhet; väta
vapeur dimma; dunst; imma; ånga dimma; dis; tjock rök; ånga; ångkraft
émanation dimma; dunst; imma; ånga
évaporation imma; ånga

Synoniemen voor "imma":

  • kondens

Wiktionary: imma

imma
noun
  1. physique|fr exhalaison gazeux résultant de la transformation partielle ou totale d’une substance ordinairement liquide en gaz.