Overzicht
Zweeds naar Frans:   Meer gegevens...
  1. häl:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor häl (Zweeds) in het Frans

häl:

häl [-en] zelfstandig naamwoord

  1. häl
    le talon
    • talon [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. häl (klack)
    la gîte; la bande
    • gîte [la ~] zelfstandig naamwoord
    • bande [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor häl:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bande häl; klack band; bandage; bindel; gäng; ihop sättning; klan; klik; klisterband; kotteri; led; liga; linje; par; privat samtal; rad; rand; remsa; rullar; räcka; spolar; streck; två som hör ihop; volang
gîte häl; klack harehåla; husrum; håla; inackordering; kvarter; logi; läger; mysrum; sovrum; tak över huvudet
talon häl
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
bande band

Synoniemen voor "häl":

  • bakfot

Wiktionary: häl

häl
noun
  1. Partie de l’arrière du pied

Cross Translation:
FromToVia
häl talon heel — (anatomy) part of the foot
häl talon hiel — een enigszins uitstekend deel achteraan de voet
häl talon Fersehinterer Teil des Fußes
häl talon Hacke — (umgangssprachlich) Nord- und Mitteldeutschland: Ferse

Verwante vertalingen van häl