Godis in het Frans vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Frans: Meer gegevens...

godis:
- friandises; bonbons; sucreries; sucrerie; confiserie; friandise; bonbon; candi; gourmandises; confits
Wiktionary:
- godis → bonbon, sucrerie, friandise

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor godis (Zweeds) in het Frans

godis
la friandises; le bonbons; la sucreries
- friandises [la ~] zelfstandig naamwoord
- bonbons [le ~] zelfstandig naamwoord
- sucreries [la ~] zelfstandig naamwoord
godis
le bonbons
- bonbons [le ~] zelfstandig naamwoord
godis
la sucrerie; la sucreries; la confiserie; la friandises
- sucrerie [la ~] zelfstandig naamwoord
- sucreries [la ~] zelfstandig naamwoord
- confiserie [la ~] zelfstandig naamwoord
- friandises [la ~] zelfstandig naamwoord
godis (sötsaker; godsaker)
la sucrerie; le bonbons; la friandise
- sucrerie [la ~] zelfstandig naamwoord
- bonbons [le ~] zelfstandig naamwoord
- friandise [la ~] zelfstandig naamwoord
godis (kandisocker; sötsaker; konfekt)
la friandises; le bonbon; le candi; la friandise; la gourmandises
- friandises [la ~] zelfstandig naamwoord
- bonbon [le ~] zelfstandig naamwoord
- candi [le ~] zelfstandig naamwoord
- friandise [la ~] zelfstandig naamwoord
- gourmandises [la ~] zelfstandig naamwoord
godis (sylt; marmelad)
le confits
- confits [le ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bonbon	godis; kandisocker; konfekt; sötsaker	karamell
bonbons	godis; godsaker; sötsaker
candi	godis; kandisocker; konfekt; sötsaker
confiserie	godis	godsaksaffär; godsakstillverkning; konditori; konfektyrtillverkning; sötsaker
confits	godis; marmelad; sylt
friandise	godis; godsaker; kandisocker; konfekt; sötsaker	delikatess; delikatesser; dessert; förfriskning; känsligheter; läckerbit; läckerheter; mellanmål; smakbit; tilltugg; trifle
friandises	godis; kandisocker; konfekt; sötsaker	delikatess; förfriskning; läckerbit; mellanmål; smakbit; uppfriskande
gourmandises	godis; kandisocker; konfekt; sötsaker	mellanmål
sucrerie	godis; godsaker; sötsaker
sucreries	godis

godbit; godsaker; snacks; karamell; konfekt; karameller; god; konfektyr; sötsak; sötsaker; snask

Cross Translation:

From	To	Via
• godis	→ bonbon; sucrerie	↔ candy — piece of candy
• godis	→ friandise; sucrerie	↔ Süßigkeit — meist Plural: Lebensmittel, die süß sind und als Naschzeug verwendet werden