Overzicht
Zweeds naar Frans: Meer gegevens...
-
fort:
- rapide; vite; à toute vitesse; rapidement; prompte; précipitamment; prompt; éveillé; facile à manier; prêt; vif; promptement; lestement; habile; agile; leste; facilement; qui est à flot; prestement; preste; bientôt
- rapide; rempart; forteresse; bastion; fortification; renforcement; carême; jeûne; abstention; abstinence; renonciation; citadelle
-
Wiktionary:
- fort → fort
- fort → rapidement, vite, fort, rapide
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor fort (Zweeds) in het Frans
fort:
-
fort
rapide; vite; à toute vitesse; rapidement; prompte; précipitamment; prompt; éveillé; facile à manier; prêt; vif; promptement; lestement; habile; agile; leste; facilement; qui est à flot; prestement; preste-
rapide bijvoeglijk naamwoord
-
vite bijvoeglijk naamwoord
-
à toute vitesse bijvoeglijk naamwoord
-
rapidement bijvoeglijk naamwoord
-
prompte bijvoeglijk naamwoord
-
précipitamment bijvoeglijk naamwoord
-
prompt bijvoeglijk naamwoord
-
éveillé bijvoeglijk naamwoord
-
facile à manier bijvoeglijk naamwoord
-
prêt bijvoeglijk naamwoord
-
vif bijvoeglijk naamwoord
-
promptement bijvoeglijk naamwoord
-
lestement bijvoeglijk naamwoord
-
habile bijvoeglijk naamwoord
-
agile bijvoeglijk naamwoord
-
leste bijvoeglijk naamwoord
-
facilement bijwoord
-
qui est à flot bijvoeglijk naamwoord
-
prestement bijvoeglijk naamwoord
-
preste bijvoeglijk naamwoord
-
-
fort (strax)
Vertaal Matrix voor fort:
Synoniemen voor "fort":
Wiktionary: fort
fort
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• fort | → rapidement; vite | ↔ fast — with great speed |
• fort | → fort | ↔ Fort — eine kleinere Festung |
• fort | → rapide; vite | ↔ schnell — sich mit hoher Geschwindigkeit fortbewegend |
• fort | → vite | ↔ schnell — etwas mit hoher Geschwindigkeit tuend |
• fort | → vite | ↔ schnell — nur adverbiell: in kurzer Zeit |