Overzicht
Zweeds naar Frans:   Meer gegevens...
  1. djur:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor djur (Zweeds) in het Frans

djur:

djur [-en] zelfstandig naamwoord

  1. djur
    l'animal; la bête
    • animal [le ~] zelfstandig naamwoord
    • bête [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. djur
    l'animaux; la bêtes
    • animaux [le ~] zelfstandig naamwoord
    • bêtes [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor djur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
animal djur busunge; rackare
animaux djur djurrike
bête djur missformning; monsteraktig
bêtes djur
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
animal bestialiskt; djurisk; djuriskt; skändlig; skändligt
bête barnslig; barnsligt; besynnerlig; besynnerligt; dumt; fåraktig; fåraktigt; idiotisk; idiotiskt; idélös; idélöst; infantilt; konstigt; naiv; naivt; oförståndig; oförståndigt; oskyldig; stollig; stolligt; stumt; tokig; tokigt; tom i huvudet; trög och dum; trögt och dumt; tyst; underlig; underligt

Synoniemen voor "djur":

  • kreatur

Wiktionary: djur

djur
noun
  1. zoologie|nocat=1 métazoaire ; être organisé, doué de sensibilité et de mouvement, et reproductible au sein de son espèce.
  2. Tout animal autre que l’Homme.

Cross Translation:
FromToVia
djur animal; bête animal — organism
djur animal; bestiau Getierabwertend: ein einzelnes Tier
djur animal dier — met zintuigen uitgerust meercellig organisme dat zijn energie verkrijgt uit andere dierlijke of plantaardige organismen
djur animale; bête beestdier, gebruikt om het aardse, niet menselijke van een dier te benadrukken

Verwante vertalingen van djur