Overzicht
Zweeds naar Frans:   Meer gegevens...
  1. bransch:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor bransch (Zweeds) in het Frans

bransch:

bransch [-en] zelfstandig naamwoord

  1. bransch (industrigren)
    la branche; le secteur; la branche d'activités
  2. bransch (spel; skämt; runda)
    le jeu; le tour; la partie
    • jeu [le ~] zelfstandig naamwoord
    • tour [le ~] zelfstandig naamwoord
    • partie [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. bransch

Vertaal Matrix voor bransch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
branche bransch; industrigren avdelning; avdelningskontor; beståndsdel; del; element; filial; gren; ingrediens; kvist; lövruska; ranka; sektion; sidogren; specialisering; spö; trädgren; ättling
branche d'activités bransch; industrigren
jeu bransch; runda; skämt; spel förehavande; kamp; lek; marginal; match; spel; spelsätt; tävling
partie bransch; runda; skämt; spel avdelning; barnlek; beståndsdel; bit; del; element; fest; ingrediens; klimp; klump; lek; lekande; mängd; portion; segment; sektion; spel; stycke; tillställning
secteur bransch; industrigren area; distrikt; grannskap; gren; nejd; område; region; territorium; trakt; zon
tour bransch; runda; skämt; spel bana; cirkel; färd; gå på en runda; gångtur; kaprioler; konstskap; list; litet torn; mellanhavande; möjligheten; promenad; resa; revolution; rotation; rund; rundresa; skyskrapa; slottstorn; spatsertur; sträcka; svarv; torn; trick; tur; upptåg; utflykt; väg
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
branche gren; grenelement; villkorlig gren
segment vertical bransch

Synoniemen voor "bransch":


Wiktionary: bransch


Cross Translation:
FromToVia
bransch secteur; secteur d'activité; branche Branche — beruflicher oder unternehmerischer Tätigkeitsbereich

Computer vertaling door derden: