Bevis in het Frans vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Frans: Meer gegevens...

bevis:
- preuve; pièce à conviction; reçu; argument sur lequel on peut prouver quelque chose 1; pièces à conviction; billet; certificat; confirmation; signe; témoignage; marque
Wiktionary:
- bevis → preuve, signe, témoignage
- bevis → démonstration, preuve, symbole

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor bevis (Zweeds) in het Frans

bevis (bevismaterial; belägg)
la preuve; la pièce à conviction
- preuve [la ~] zelfstandig naamwoord
- pièce à conviction [la ~] zelfstandig naamwoord
bevis
le reçu; l'argument sur lequel on peut prouver quelque chose 1; la pièces à conviction; la preuve; le billet; le certificat; la confirmation
- reçu [le ~] zelfstandig naamwoord
- argument sur lequel on peut prouver quelque chose 1 [le ~] zelfstandig naamwoord
- pièces à conviction [la ~] zelfstandig naamwoord
- preuve [la ~] zelfstandig naamwoord
- billet [le ~] zelfstandig naamwoord
- certificat [le ~] zelfstandig naamwoord
- confirmation [la ~] zelfstandig naamwoord
bevis
le signe; la preuve; le témoignage; la marque
- signe [le ~] zelfstandig naamwoord
- preuve [la ~] zelfstandig naamwoord
- témoignage [le ~] zelfstandig naamwoord
- marque [la ~] zelfstandig naamwoord
bevis
la preuve
- preuve [la ~] zelfstandig naamwoord
bevis (bevismedel)
la preuve; la pièces à conviction
- preuve [la ~] zelfstandig naamwoord
- pièces à conviction [la ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
argument sur lequel on peut prouver quelque chose 1	bevis
billet	bevis	anteckning; avgift; biljett; biljettpris; inträdesbiljett; inträdestillstånd; kort brev; notering; papperspengar; pass; passageraravgift; spårvagnsbiljett; tillstånd; tågbiljett
certificat	bevis	brev; certifikat; digitalt certifikat; diplom; fullmakt; licens; referens; säkerhetscertifikat; urkund
confirmation	bevis	bekräftelse; bemyndigande; berättigande; försäkran; konfirmation; ratifikation; stadfästelse; tillåtelse; trosbekännelse
marque	bevis	beskriva någon; bilplåt; dekoration; dekorering; firmamärke; gest; identifikationstecken; igenkänningstecken; karaktisera; karaktärestik; kontrollstämpel; märke; märketecken; nummerplåt; orden; signal; signalement; sort; strimmor; stämpel; särdrag; tecken; varumärke; vink
pièce à conviction	belägg; bevis; bevismaterial
pièces à conviction	bevis; bevismedel	äkthetsbevis
preuve	belägg; bevis; bevismaterial; bevismedel
reçu	bevis	betalningsbevis; inbetalning; kassakvitto; kupong; kvitto; kvitto på inbetalning; mottagningsbevis; voucher
signe	bevis	beskriva någon; bilplåt; blinkning; dekoration; dekorering; djurkretsen; gest; hint; identifikationstecken; igenkänningstecken; karaktärestik; ledtråd; nummerplåt; orden; signal; signalement; stjärntecken; särdrag; tecken; tips; typsnitt; vink
témoignage	bevis	utsago; uttal; vittnesbörd; vittnesmål

bevis

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• bevis	→ démonstration	↔ Beweis — Logik: eine nach festgelegten Regeln durchgeführte Ableitung
• bevis	→ preuve	↔ Beweis — Jura, Mathematik: die Darlegung der Richtigkeit oder der Unrichtigkeit einer Aussage oder eines Urteils mittels empirischer oder logischer Methoden
• bevis	→ preuve	↔ Nachweis — ein Beleg, eine Bestätigung für eine Behauptung oder Theorie
• bevis	→ preuve	↔ proof — any effort, process, or operation designed to establish or discover a fact or truth
• bevis	→ symbole	↔ token — something serving as an expression of something else

Computer vertaling door derden:

Remove Ads