Overzicht
Zweeds naar Frans:   Meer gegevens...
  1. arm:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor arm (Zweeds) in het Frans

arm:

arm [-en] zelfstandig naamwoord

  1. arm (olycklig; vrak)
    le malheureux; le pauvre diable; le pauvre type

Vertaal Matrix voor arm:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
malheureux arm; olycklig; vrak stackare; stackars jäkel !; stackars liten; stackars liten !
pauvre diable arm; olycklig; vrak dumbomm; dumskalle; dåre; fuskare; idiot; klåpare; stackare; stackars jäkel !; stackars liten; stackars liten !; trögis
pauvre type arm; olycklig; vrak fuskare; klåpare; stackare; stackars jäkel !; stackars liten; stackars liten !
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
malheureux eländigt; erbarmlig; erbarmligt; förbaskad; förbaskat; katastrofalt; olycklig; olyckligt; usel; uselt; ynkligt; ömklig; ömkligt

Synoniemen voor "arm":


Wiktionary: arm

arm
noun
  1. Membre
adjective
  1. Qui porte malheur, qui annonce ou qui cause du malheur. (Sens général)
  2. Qui est dans la pauvreté ; qui ne dispose pas de ressources suffisantes.

Cross Translation:
FromToVia
arm bras arm — portion of the upper appendage from shoulder to wrist
arm bras arm — lichaamsdeel
arm bras Arm(meist technisch oder übertragen): Bauteil oder Bestandteile, die in der Form einem Arm ähneln
arm bras ArmAnatomie: ein paariges Körperteil beim Menschen, das sich zwischen Rumpf und Hand befindet; Vorderextremität

Verwante vertalingen van arm