Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Frans ->Zoek: argument

Zweedse en Franse zoekresultaten voor: argument

Overzicht

Zweeds naar Frans: Meer gegevens...

argument:
- argument
Wiktionary:
- argument → argument
- argument → argument

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

argument:
- argument
argumenté:
- underbyggt; bekräftad; bekräftat; förstärkt
Wiktionary:
- argument → argument, skäl, huvudinnehåll
- argument → argument

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor argument (Zweeds) in het Frans

argument:

argument [-ett] zelfstandig naamwoord

argument
l'argument
- argument [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor argument:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
argument	argument

Wiktionary: argument

argument

noun

logi|fr raisonnement construire selon certaines règles, par lequel on tirer méthodiquement une conséquence d’une ou de deux propositions.
- argument → argument; skäl; huvudinnehåll

Cross Translation:

From	To	Via
• argument	→ argument	↔ argument — fact or statement used to support a proposition; a reason
• argument	→ argument	↔ argument — variable that is being passed to a function
• argument	→ argument	↔ Argument — eine Aussage oder eine Kette von Schlussfolgerungen, die zur Begründung einer anderen Aussage (oder Behauptung) herangezogen wird

Frans

Uitgebreide vertaling voor argument (Frans) in het Zweeds

argument:

argument [le ~] zelfstandig naamwoord

l'argument
argument
- argument [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor argument:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
argument	argument

Synoniemen voor "argument":

argumentation; exposé; justification; défense; explication; excuse; décharge; démonstration; apologie; preuve; prétexte; allégation; apparence; raison; motif; échappatoire; subterfuge; couverture; témoignage; confirmation; conviction; caution; gage; garantie; attestation; signe; critère; indice; raisonnement; réfutation; méthode; synthèse; dialectique; syllogisme; illogisme; sophisme; argutie

Wiktionary: argument

argument

noun

logi|fr raisonnement construire selon certaines règles, par lequel on tirer méthodiquement une conséquence d’une ou de deux propositions.
- argument → argument; skäl; huvudinnehåll

Cross Translation:

From	To	Via
• argument	→ argument	↔ argument — fact or statement used to support a proposition; a reason
• argument	→ argument	↔ argument — variable that is being passed to a function
• argument	→ argument	↔ Argument — eine Aussage oder eine Kette von Schlussfolgerungen, die zur Begründung einer anderen Aussage (oder Behauptung) herangezogen wird

argumenté:

argumenté bijvoeglijk naamwoord

argumenté (fondé; étayé; soutenu; appuyé)
underbyggt; bekräftad; bekräftat; förstärkt
- underbyggt bijvoeglijk naamwoord
- bekräftad bijvoeglijk naamwoord
- bekräftat bijvoeglijk naamwoord
- förstärkt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor argumenté:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bekräftad	appuyé; argumenté; fondé; soutenu; étayé
bekräftat	appuyé; argumenté; fondé; soutenu; étayé
förstärkt	appuyé; argumenté; fondé; soutenu; étayé	consolidé; fortifié; renforcé
underbyggt	appuyé; argumenté; fondé; soutenu; étayé

Synoniemen voor "argumenté":

ergoté; cornu

Verwante vertalingen van argument

argument sur lequel on peut prouver quelque chose 1