Overzicht
Zweeds naar Frans:   Meer gegevens...
  1. kalender:
  2. Kalender:
  3. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor kalender (Zweeds) in het Frans

kalender:

kalender [-en] zelfstandig naamwoord

  1. kalender (almanacka; väggalmanacka)
    le calendrier
  2. kalender (kalenderprogram)

Vertaal Matrix voor kalender:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
calendrier almanacka; kalender; kalenderprogram; väggalmanacka kalenderdata
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
programme de calendrier kalender; kalenderprogram

Synoniemen voor "kalender":


Wiktionary: kalender

kalender
noun
  1. livre ou tableau qui contenir la suite des mois et des jours de l’année.

Cross Translation:
FromToVia
kalender calendrier calendar — system by which time is divided
kalender calendrier calendar — means to determine the date
kalender annuaire yearbook — reference book, published annually
kalender calendrier kalender — tabel die de verdeling van het jaar in dagen, weken of jaren aangeeft, evt. met feestdagen enz.
kalender calendrier KalenderDarstellung, Verzeichnis der aufeinanderfolgenden Tage, Wochen und Monate in Blatt-, Block- oder Buchform, oft mit Angaben zu Feiertagen, Ferien, Gedenktagen, Jahreszeiten, Mondphase, Namenstagen, Sonnenaufgang und Sonnenuntergang
kalender ère ÄraKalenderwesen: eine für eine bestimmte Kultur geltende Zeitrechnung

Kalender:

Kalender

  1. Kalender

Vertaal Matrix voor Kalender:

Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Calendrier Kalender

Verwante vertalingen van kalender