Overzicht


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor saldo (Zweeds) in het Frans

saldo:

saldo [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. saldo (balans; bokslut; tillgodohavande)
    le solde; le restant; le reste; le surplus
    • solde [le ~] zelfstandig naamwoord
    • restant [le ~] zelfstandig naamwoord
    • reste [le ~] zelfstandig naamwoord
    • surplus [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. saldo (balans; bokslut; behållning)
    le crédit; l'avoir
    • crédit [le ~] zelfstandig naamwoord
    • avoir [le ~] zelfstandig naamwoord
  3. saldo (bokslut; balans; behållning)
    le crédit de banque
  4. saldo (kreditbalans)
    le solde bénéficiaire; le solde positif
  5. saldo (behållning)
    le solde bénéficiaire

Vertaal Matrix voor saldo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avoir balans; behållning; bokslut; saldo duglighet; förmåga; kreditfaktura; skicklighet
crédit balans; behållning; bokslut; saldo kredit; kreditgaranti
crédit de banque balans; behållning; bokslut; saldo
restant balans; bokslut; saldo; tillgodohavande kupong; kvarstoder; rest; rester; voucher; återstod; återstoder; överbliven mat
reste balans; bokslut; saldo; tillgodohavande kvarstoder; rester; återstoder
solde balans; bokslut; saldo; tillgodohavande avgift; avlöning; betalning; billigt köp; erbjudande; fynd; inkomst; lön; soldatlön
solde bénéficiaire behållning; kreditbalans; saldo
solde positif kreditbalans; saldo
surplus balans; bokslut; saldo; tillgodohavande behållningar; rikliga mått; överflod; överskott
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avoir bedra; besitta; ha; lura; svindla; äga
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
solde kontosaldo
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
restant återstående

Wiktionary: saldo

saldo
noun
  1. (term, Jurisprudence de Comptabilité et de Commerce) Ce qui rester dû après la clôture et l’arrêté d’un compte.
  2. (1)

Verwante vertalingen van saldo