Overzicht
Zweeds naar Frans:   Meer gegevens...
  1. hund:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor hund (Zweeds) in het Frans

hund:

hund [-en] zelfstandig naamwoord

  1. hund
    la chienne; le chien; le dogue; le toutou
    • chienne [la ~] zelfstandig naamwoord
    • chien [le ~] zelfstandig naamwoord
    • dogue [le ~] zelfstandig naamwoord
    • toutou [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. hund
    le chien mâle

Vertaal Matrix voor hund:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chien hund bastard; skithuvud
chien mâle hund
chienne hund fnask; hora; hynda; häxa; kärringjävel; orm; satkäring; subba; tik
dogue hund blodhund
toutou hund

Synoniemen voor "hund":

  • fyrbent kompis; jycke; människans bästa vän; byracka; vovve

Wiktionary: hund

hund
noun
  1. Mammifère carnivore

Cross Translation:
FromToVia
hund chien dog — animal
hund chien dog — male canine
hund molosse; braque; chien de chasse hound — dog
hund chien de chasse jachthond — een hond die speciaal gefokt wordt voor de jacht
hund chien Hund — dem Menschen verbundenes, wachsames Haustier, in zahlreichen Rassen gezüchtet
hund canaille HundSchimpfwort für: einen gerissenen, gemeinen, hinterhältigen oder brutalen Mitmenschen

Verwante vertalingen van hund