Bandit: vertaling Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Frans: Meer gegevens...

bandit:
- Wiktionary:
  bandit → voleur, bandit
- Synoniemen voor "bandit":
  missdådare; ligist; förbrytare; buse; skurk

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

bandit:
- förbrytare; kriminell; bov; skurk; angripare; överfallare; rackare; usling; gaturövare
Wiktionary:
- bandit → rövare, bov, bandit, gängmedlem, gangster, rånare, skurk, blodsugare

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor bandit (Zweeds) in het Frans

bandit:

Synoniemen voor "bandit":

missdådare; ligist; förbrytare; buse; skurk

Wiktionary: bandit

Cross Translation:

From	To	Via
• bandit	→ voleur; bandit	↔ bandit — one who robs others
• bandit	→ bandit	↔ thug — a criminal who treats others violently or roughly
• bandit	→ bandit	↔ Bandit — Verbrecher, Straßenräuber, der meist einer kriminellen Gruppe angehört

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van bandit

en-armad bandit

Frans

Uitgebreide vertaling voor bandit (Frans) in het Zweeds

bandit:

bandit [le ~] zelfstandig naamwoord

le bandit (criminel; délinquant; malfaiteur; malfrat)
förbrytare; kriminell
- förbrytare [-en] zelfstandig naamwoord
- kriminell zelfstandig naamwoord
le bandit (coquin; malfaiteur; brigand; criminel; réprouvé; taquin; gangster)
bov; skurk
- bov [-en] zelfstandig naamwoord
- skurk [-en] zelfstandig naamwoord
le bandit (agresseur; attaquant; brigand; voleur; pillard)
angripare; överfallare
- angripare [-en] zelfstandig naamwoord
- överfallare zelfstandig naamwoord
le bandit (truand; coquin; voyou; malfrat; gredin; délinquant)
rackare
- rackare [-en] zelfstandig naamwoord
le bandit (brigand; coquin; voyou; canaille; malfrat; vaurien; criminel; fripon; sacripant; polissonne; truand; jeune délinquant; polisson; scélérat; délinquant; crapule; garnement; fripouille; gredin; mauvais garnement)
usling; skurk; bov
- usling [-en] zelfstandig naamwoord
- skurk [-en] zelfstandig naamwoord
- bov [-en] zelfstandig naamwoord
le bandit (voleur de grand chemin; brigand; voleur)
gaturövare
- gaturövare zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bandit:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
angripare	agresseur; attaquant; bandit; brigand; pillard; voleur	agresseur; assaillant; attaquant
bov	bandit; brigand; canaille; coquin; crapule; criminel; délinquant; fripon; fripouille; gangster; garnement; gredin; jeune délinquant; malfaiteur; malfrat; mauvais garnement; polisson; polissonne; réprouvé; sacripant; scélérat; taquin; truand; vaurien; voyou	canaille; casse-cul; charogne; clown; con; connaud; coquin; couillon; diablotin; emmerdeur; enculé; enfoiré; espiègle; farceur; fripon; fripouille; gaillard; gredin; misérable; paillasse; plaisantin; polisson; salaud; sale type; saligaud; scélérat; vaurien
förbrytare	bandit; criminel; délinquant; malfaiteur; malfrat	bagnard; contrevenant; forçat; panaris; transgresseur; verbalisé
gaturövare	bandit; brigand; voleur; voleur de grand chemin
kriminell	bandit; criminel; délinquant; malfaiteur; malfrat
rackare	bandit; coquin; délinquant; gredin; malfrat; truand; voyou	animal; bougres; brigand; canaille; cochon; con; connaud; coquin; couillon; crapule; enculé; enfoiré; faux jeton; fripon; fripouille; garnement; gredin; laideron; malappris; mendiants; petit brigand; petit gredin; petit vilain; polisson; salaud; saligaud; vaurien; vilain type; voyou
skurk	bandit; brigand; canaille; coquin; crapule; criminel; délinquant; fripon; fripouille; gangster; garnement; gredin; jeune délinquant; malfaiteur; malfrat; mauvais garnement; polisson; polissonne; réprouvé; sacripant; scélérat; taquin; truand; vaurien; voyou	brigand; canaille; casse-cul; charogne; clochard; cochon; con; connaud; coquin; couillon; crapule; dupeur; emmerdeur; enculé; enfoiré; escroc; fripon; fripouille; gredin; imposteur; mendiant; misérable; polisson; salaud; sale type; saligaud; scélérat; trompeur; vaurien
usling	bandit; brigand; canaille; coquin; crapule; criminel; délinquant; fripon; fripouille; garnement; gredin; jeune délinquant; malfrat; mauvais garnement; polisson; polissonne; sacripant; scélérat; truand; vaurien; voyou	canaille; casse-cul; charogne; clochard; con; connaud; coquin; couillon; emmerdeur; enculé; enfoiré; mendiant; misérable; salaud; sale type; saligaud; scélérat
överfallare	agresseur; attaquant; bandit; brigand; pillard; voleur
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kriminell		criminel; illicite

Synoniemen voor "bandit":

brigand; cambrioleur; canaille; chenapan; coupe-jarret; crapule; crocheteur; écorcheur; écumeur; escarpe; escroc; filou; forban; vaurien; garnement; sacripant; gredin; galopin; coquin; clephte; coquillard; pirate; gangster; hors-la-loi; desperado; outlaw; malandrin; voleur; malfaiteur; criminel; assassin; scélérat; truand; malfrat; requin; squale; déloyal; infidèle; perfide; traître; félon; renégat; fripon; dévoyé; arsouille; vermine; nervi

Wiktionary: bandit

Cross Translation:

From	To	Via
• bandit	→ rövare; bov; bandit	↔ bandit — one who robs others
• bandit	→ gängmedlem; gangster	↔ gangster — street gang member
• bandit	→ rånare; rövare	↔ robber — one who robs
• bandit	→ gangster; bandit; skurk; bov	↔ thug — a criminal who treats others violently or roughly
• bandit	→ bandit	↔ Bandit — Verbrecher, Straßenräuber, der meist einer kriminellen Gruppe angehört
• bandit	→ blodsugare	↔ Halsabschneider — umgangssprachlich: jemand, der andere auf besonders gewissenlose Weise übervorteilt

Computer vertaling door derden:

Zweedse en Franse zoekresultaten voor: bandit

Uitgebreide vertaling voor bandit (Zweeds) in het Frans

bandit:

Synoniemen voor "bandit":

Wiktionary: bandit

Verwante vertalingen van bandit

Uitgebreide vertaling voor bandit (Frans) in het Zweeds

bandit:

bandit [le ~] zelfstandig naamwoord

le bandit (criminel; délinquant; malfaiteur; malfrat)

le bandit (coquin; malfaiteur; brigand; criminel; réprouvé; taquin; gangster)

le bandit (agresseur; attaquant; brigand; voleur; pillard)

le bandit (truand; coquin; voyou; malfrat; gredin; délinquant)

le bandit (brigand; coquin; voyou; canaille; malfrat; vaurien; criminel; fripon; sacripant; polissonne; truand; jeune délinquant; polisson; scélérat; délinquant; crapule; garnement; fripouille; gredin; mauvais garnement)

le bandit (voleur de grand chemin; brigand; voleur)

Vertaal Matrix voor bandit:

Synoniemen voor "bandit":

Wiktionary: bandit