Overzicht
Zweeds naar Frans:   Meer gegevens...
  1. åt:
  2. tå:
  3. tö:
  4. Wiktionary:
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. t:
  2. té:
  3. été:
  4. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor -t (Zweeds) in het Frans

t:


Synoniemen voor "t":


åt:


Vertaal Matrix voor åt:

OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
autour de i; ; vid; åt
aux environs de i; ; vid; åt
d'après i; ; vid; åt
dans les environs de i; ; vid; åt
en passant par i; ; vid; åt
par i; ; vid; åt
pour i; ; vid; åt för; pro
près de i; ; vid; åt
sur i; ; vid; åt
via i; ; vid; åt
à i; ; vid; åt från
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
autour de lyckad; lyckat; lämplig; lämpligt; omkring; runt; runtomkring; träffande; välvald; välvalt
d'après efter; förenligt med; i enlighet med; i överensstämmelse med; likformigt med; senare; överensstämmande med
par för att; genom; inne
pour för; representerande; så att säga; till förmån för
près de hos; i närheten; närheten;
sur ; surt; syrlig; syrligt
à att; hos; i riktning mot; inne; ; på det; till

Wiktionary: åt


Cross Translation:
FromToVia
åt pour for — towards
åt pour for — directed at, intended to belong to
åt exprimer phrase — to express by means of words
åt à to — used to indicate the indirect object
åt pour fürmit Akkusativ: etwas oder jemand ist an etwas jemanden gerichtet, bestimmt, zugeordnet

tå:

[-en] zelfstandig naamwoord

  1. l'orteil
    • orteil [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor :

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
orteil stortå

Wiktionary:

noun
  1. Extrémité des pieds.
  2. anatomie|fr doigt du pied, chez les humains et les primates.

Cross Translation:
FromToVia
doigt digit — finger or toe
orteil toe — each of the five digits on the end of the foot
orteil teen — vingers van de voet
orteil Zehtendenziell mehr norddeutsch: der einem Finger entsprechende Teil des Fußes
orteil Zehetendenziell mehr mittel- und süddeutsch: der einem Finger entsprechende Teil des Fußes

tö:

[-ett] zelfstandig naamwoord

  1. (töväder)
    le dégel
    • dégel [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor :

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dégel ; töväder avspänning; politiskt töväder; smältande; upptinande

Wiktionary:


Cross Translation:
FromToVia
dégel thaw — the melting of ice, snow or other congealed matter
dégel thaw — a warmth of weather


Wiktionary: -t


Cross Translation:
FromToVia
-t -ment -ly — used to form adverbs from adjectives
-t le; la; les the — article
-t le; la; les the — used as an alternative to a possessive pronoun before body parts
-t le; la; les the — used with the name of a member of a class to refer to all things in that class

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van -t



Frans

Uitgebreide vertaling voor -t (Frans) in het Zweeds

t:

t bijvoeglijk naamwoord

  1. t (téméraire; audacieusement; audacieux; )
    vågande

Vertaal Matrix voor t:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vågande audacieusement; audacieux; avec audace; hardi; hardiment; osé; risqué; t; téméraire audacieux; hardi; osé; risqué; téméraire

Synoniemen voor "t":

  • tau

té:

[le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le té
    vinkellinjal

Vertaal Matrix voor :

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vinkellinjal crochet

Synoniemen voor "té":


été:

été [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'été
    sommar
    • sommar [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor été:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sommar été

Synoniemen voor "été":


Wiktionary: été

été
noun
  1. Saison chaude de l’année

Cross Translation:
FromToVia
été sommar Sommer — wärmste Jahreszeit, liegt zwischen Frühling und Herbst, meteorologisch vom 1. Juni bis 31. August
été vara zijnzijn + voltooid deelwoord: hulpwerkwoord van de voltooide tijd van ergatieven
été sommar zomerjaargetijde tussen lente en herfst
été sommar summer — hottest season
été sommartid summertime — the period or season of summer

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van -t