Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Frans ->Zoek: ton

Zweedse en Franse zoekresultaten voor: ton

Overzicht
Zweeds naar Frans:   Meer gegevens...
  1. ton:
  2. Wiktionary:
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ton:
  2. Wiktionary:

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor ton (Zweeds) in het Frans

ton:

ton [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. ton (anstrykning; aning)
    le petit peu; le rien
    • petit peu [le ~] zelfstandig naamwoord
    • rien [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. ton (musikaliskt nottecken; not)
    la note de musique; le ton
  3. ton (intonation; ljud; tonhöjd; klang; timbre)
    le ton; la sonorité; le son; la voix; le timbre; la musique; la teinte; la note; l'accent
    • ton [le ~] zelfstandig naamwoord
    • sonorité [la ~] zelfstandig naamwoord
    • son [le ~] zelfstandig naamwoord
    • voix [la ~] zelfstandig naamwoord
    • timbre [le ~] zelfstandig naamwoord
    • musique [la ~] zelfstandig naamwoord
    • teinte [la ~] zelfstandig naamwoord
    • note [la ~] zelfstandig naamwoord
    • accent [le ~] zelfstandig naamwoord
  4. ton
    le timbre; le timbre sonore
  5. ton
    la teinte
    • teinte [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ton:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accent intonation; klang; ljud; timbre; ton; tonhöjd accentmarkering; accenttecken; betoning; betoningsmarkering; betoningstecken; dialekt; eftertryck; emfas; färg; intonation; kolorit; röstläge; tonfall; tonsäkerhet; tonvikt; tryck
musique intonation; klang; ljud; timbre; ton; tonhöjd intonation; musik; tonsäkerhet
note intonation; klang; ljud; timbre; ton; tonhöjd PM; affärsanteckning; affärsnotering; anklagelse; anmärkning; anteckning; betug; betyg; betygsgrad; faktura; fotnotering; grad; intonation; kladd; kladdande; kluddande; kort brev; meddelande; notering; poäng; påminnelse; tecken; tonsäkerhet; väcka åtal mot
note de musique musikaliskt nottecken; not; ton not
petit peu aning; anstrykning; ton artikel; bit; del; en liten bit; lite; luktsnus; smula; snus; stycke
rien aning; anstrykning; ton bagatell; futtighet; fyndpris; rusa; småsak; spottstyver; vrakpris
son intonation; klang; ljud; timbre; ton; tonhöjd baktaleri; intonation; skvaller; smutskastning; tonsäkerhet; vetekli
sonorité intonation; klang; ljud; timbre; ton; tonhöjd intonation; sonoritet; tonsäkerhet
teinte intonation; klang; ljud; timbre; ton; tonhöjd färg; intonation; kolorit; nyans; skala av färger; tonsäkerhet
timbre intonation; klang; ljud; timbre; ton; tonhöjd horizont; intonation; kontrollstämpel; rabattfrimärke; rabattmärke; röstläge; sigillstamp; stämpel; tonsäkerhet
timbre sonore ton
ton intonation; klang; ljud; musikaliskt nottecken; not; timbre; ton; tonhöjd intonation; nyans; skala av färger; tonfall; tonhöjd; tonsäkerhet
voix intonation; klang; ljud; timbre; ton; tonhöjd baktaleri; intonation; omröstning; rösta; röstning; skvaller; smutskastning; stämma; tonsäkerhet; votering
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rien ingenting
son hans; hennes; vilkens
ton din; ditt

Synoniemen voor "ton":


Wiktionary: ton

ton
noun
  1. son d’une certaine fréquence.
Cross Translation:
FromToVia
• ton → tonne ↔ metric ton — unit of mass equal to 1000 kilograms
• ton → ton; diapason ↔ pitch — the perceived frequency of a sound or note
• ton → tonne ↔ ton — unit of weight
• ton → tas ↔ ton — large amount
• ton → ton ↔ tone — specific pitch, quality and duration; a note
• ton → tonne ↔ tonne — 1000 kilograms

Verwante vertalingen van ton



Frans

Uitgebreide vertaling voor ton (Frans) in het Zweeds

ton:

ton bijvoeglijk naamwoord

  1. ton (ta; tes)
    ditt; din
    • ditt bijvoeglijk naamwoord
    • din bijvoeglijk naamwoord

ton [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le ton (son; sonorité; voix; )
    ljud; tonhöjd; ton; klang; timbre; intonation
    • ljud [-ett] zelfstandig naamwoord
    • tonhöjd zelfstandig naamwoord
    • ton [-ett] zelfstandig naamwoord
    • klang [-en] zelfstandig naamwoord
    • timbre [-en] zelfstandig naamwoord
    • intonation [-en] zelfstandig naamwoord
  2. le ton (note de musique)
    musikaliskt nottecken; ton; not
  3. le ton (timbre; son; voix; )
    tonsäkerhet; intonation
  4. le ton (tonalité; mode)
    tonfall
    • tonfall [-ett] zelfstandig naamwoord
  5. le ton (hauteur tonale; tonée)
    tonhöjd
  6. le ton (nuance de couleur; nuance; teinte; tonalité)
    nyans; skala av färger
  7. le ton (inflexion de la voix; composition; cadence; intonation; accent)
    intonation; tonfall

Vertaal Matrix voor ton:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
intonation accent; cadence; composition; inflexion de la voix; intonation; musique; note; son; sonorité; teinte; timbre; ton; voix
klang accent; musique; note; son; sonorité; teinte; timbre; ton; voix bruit sourd; grondement
ljud accent; musique; note; son; sonorité; teinte; timbre; ton; voix audio; bruits; fichier audio; sons
musikaliskt nottecken note de musique; ton
not note de musique; ton note de musique
nyans nuance; nuance de couleur; teinte; ton; tonalité teinte
skala av färger nuance; nuance de couleur; teinte; ton; tonalité
timbre accent; musique; note; son; sonorité; teinte; timbre; ton; voix
ton accent; musique; note; note de musique; son; sonorité; teinte; timbre; ton; voix petit peu; rien; teinte; timbre; timbre sonore
tonfall accent; cadence; composition; inflexion de la voix; intonation; mode; ton; tonalité inflexions; intonations
tonhöjd accent; hauteur tonale; musique; note; son; sonorité; teinte; timbre; ton; tonée; voix
tonsäkerhet accent; musique; note; son; sonorité; teinte; timbre; ton; voix
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
din te; toi; vos; votre
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
din ta; tes; ton
ditt ta; tes; ton votre

Synoniemen voor "ton":


Wiktionary: ton

ton
noun
  1. son d’une certaine fréquence.
Cross Translation:
FromToVia
• ton → kammarton ↔ Kammerton — Musik: der gemeinsame Ton, auf den die Instrumente einer Musikgruppe eingestimmt werden
• ton → din ↔ dein — Form des Possessivpronomens „dein, deine, dein“: Zeigt den Besitz, das Eigentum oder die Zugehörigkeit einer Person bzw. Sache zu einer dem Sprecher direkt gegenüberstehenden Person, Sache an
• ton → ton; tonhöjd ↔ pitch — the perceived frequency of a sound or note
• ton → din ↔ thine — possessive determiner
• ton → din ↔ thy — possessive determiner
• ton → ton ↔ tone — specific pitch, quality and duration; a note
• ton → din ↔ your — belonging to you (singular; one owner)

Verwante vertalingen van ton







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0842 seconde
Page rendered in 1.0 seconds