Zweeds
Uitgebreide vertaling voor slag i slag (Zweeds) in het Frans
slag i slag: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- slag: genre; sorte; nature; bouquet; touffe; coup; pain; choc; revers; gifle; claque; tape; poussée; timbres; impulsion; baffe; calotte; butoir; heurt; coup de pouce; coup de poing; cahot; chocs; clapotis; beigne; éclaboussures; coup dur; torgnole; clapotement; poincons; clapotage; petit coup; coups durs
- i: sur; par; pour; à; près de; via; d'après; autour de; en passant par; aux environs de; dans les environs de
Wiktionary: slag i slag
slag i slag
adverb
-
immédiatement l’un après l’autre.