Snålvarg in het Spaans vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Spaans: Meer gegevens...

snålvarg:
- tacaño; roñica; avaro; mercachifle; roñoso; raspador; rascador; regateador; cambalachero; embrollador; codicioso; atesorador; malhumorado; persona agria

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor snålvarg (Zweeds) in het Spaans

snålvarg (girigbuk; gnidare)
el tacaño; el roñica; el avaro; el mercachifle; el roñoso; el raspador; el rascador; el regateador; el cambalachero; el embrollador
- tacaño [el ~] zelfstandig naamwoord
- roñica [el ~] zelfstandig naamwoord
- avaro [el ~] zelfstandig naamwoord
- mercachifle [el ~] zelfstandig naamwoord
- roñoso [el ~] zelfstandig naamwoord
- raspador [el ~] zelfstandig naamwoord
- rascador [el ~] zelfstandig naamwoord
- regateador [el ~] zelfstandig naamwoord
- cambalachero [el ~] zelfstandig naamwoord
- embrollador [el ~] zelfstandig naamwoord
snålvarg (girigbuk; gnidare)
el codicioso; el atesorador
- codicioso [el ~] zelfstandig naamwoord
- atesorador [el ~] zelfstandig naamwoord
snålvarg (gnidare)
el malhumorado; la persona agria
- malhumorado [el ~] zelfstandig naamwoord
- persona agria [la ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
atesorador	girigbuk; gnidare; snålvarg	girigbuk; gnidare; snåljåp
avaro	girigbuk; gnidare; snålvarg	girigbuk; gnidare; penglarv; skruv; snåljåp
cambalachero	girigbuk; gnidare; snålvarg	gnidare
codicioso	girigbuk; gnidare; snålvarg	girigbuk; gnidare; snåljåp
embrollador	girigbuk; gnidare; snålvarg	gnidare
malhumorado	gnidare; snålvarg
mercachifle	girigbuk; gnidare; snålvarg	gnidare
persona agria	gnidare; snålvarg
rascador	girigbuk; gnidare; snålvarg	klottrare; krafsare; skrapare; spatel
raspador	girigbuk; gnidare; snålvarg	skrapare
regateador	girigbuk; gnidare; snålvarg	gnidare
roñica	girigbuk; gnidare; snålvarg
roñoso	girigbuk; gnidare; snålvarg
tacaño	girigbuk; gnidare; snålvarg	fångstarm; tentakel
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avaro		bråkig; bråkigt; girig; girigt
codicioso		begärlig; begärligt; girig; girigt; ivrig; ivrig efter; ivrigt; ivrigt efter; lysten; lystet; snålt; vara sugen på; åtrågande
malhumorado		butter; buttert; förtrutet; gnällig; gnälligt; irriterad; irriterat; kinkig; kinkigt; klagande; klagandet; knarrigt; knorrandet; knotande; knotandet; missnöj7; missnöjd; muttrandet; på dåligt humör; retligt; stött; sur; surande; surandet; surt; sårad; sårat; vara på dåligt humör; vresig; vresigt
roñoso		ohyfsad; ohyfsat; oren; orent; skabbig; skabbigt; skorvigt; smutsig; smutsigt; snuskigt; äckligt
tacaño		mager; magert; skinntorrt; tunt; tänka över innan utgiften; utmärglad; utmärglat

Computer vertaling door derden:

Remove Ads