Overzicht
Zweeds naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. singular:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor singular (Zweeds) in het Spaans

singular:

singular [-en] zelfstandig naamwoord

  1. singular
    el singular

Vertaal Matrix voor singular:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
singular singular
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
singular bisarrt; charactiristiskt; egendomlig; egendomligt; enastående; exentrisk; exentriskt; exeptionell; exeptionellt; extraordinärt; konstig; konstigt; kuriös; kuriöst; merkvärdigt; ovan; ovanlig; ovanligt; stå ensam; sällsamt; udda; underlig; underligt; urskiljande

Wiktionary: singular


Cross Translation:
FromToVia
singular singular enkelvoud — een woord dat in die vorm naar één voorwerp of mens verwijst of dat aanduidt dat slechts één persoon de handeling uitvoert
singular singular singular — grammar: referring to only one thing
singular singular singular — grammar: form of a word that refers to only one thing