Overzicht
Zweeds naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. punkt:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor punkt (Zweeds) in het Spaans

punkt:

punkt [-en] zelfstandig naamwoord

  1. punkt (artikel)
    la cosa; el artículo; el bien; el objeto
    • cosa [la ~] zelfstandig naamwoord
    • artículo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • bien [el ~] zelfstandig naamwoord
    • objeto [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. punkt (spets; poäng; udd)
    la clave
    • clave [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor punkt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
artículo artikel; punkt artikel; byggmaterial; essä; fras; klausul; lemma; passus; uppsats
bien artikel; punkt tillgång
clave poäng; punkt; spets; udd klaver; kode; nyckel; piano
cosa artikel; punkt affär; angelägenhet; gods; problem; rättsfråga; sak; stridsfråga
objeto artikel; punkt markering; mening; mål; måltavla; objekt; planering; skottavla; syfte; vilja; ändamål
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
artículo artikel
clave nyckel
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bien angenämt; aptitlig; aptitligt; behaglig; behagligt; bekvämt; god; härlig; härligt; intakt; korrekt; kostlig; kostligt; njutbart; ordninsgssam; ordninsgssamt; oskadat; oskadd; oskatt; prydlig; prydligt; riktig; riktigt; städat; trevlig; trevligt

Synoniemen voor "punkt":


Wiktionary: punkt


Cross Translation:
FromToVia
punkt punto dot — punctuation mark
punkt punto dot — decimal point
punkt punto dot — morse code symbol
punkt punto dot — dot in URL's or email addresses
punkt punto full stop — The punctuation mark “.”
punkt y punto period — and nothing else
punkt punto period — punctation mark “.”
punkt → [[punto de encuentro]] point — location or place
punkt punto point — geometry: zero-dimensional object
punkt punto point — full stop
punkt punto punt — een positie in de ruimte

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van punkt