Partner in het Spaans vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Spaans: Meer gegevens...

partner:
- compañero; socio; asociado; consocio; partícipe; conviviente; partner
Wiktionary:
- partner → compañero

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor partner (Zweeds) in het Spaans

partner (kompanjon; kompis)
el compañero
- compañero [el ~] zelfstandig naamwoord
partner (medlem i firman)
el socio; el asociado; el consocio; el partícipe; el conviviente; el compañero
- socio [el ~] zelfstandig naamwoord
- asociado [el ~] zelfstandig naamwoord
- consocio [el ~] zelfstandig naamwoord
- partícipe [el ~] zelfstandig naamwoord
- conviviente [el ~] zelfstandig naamwoord
- compañero [el ~] zelfstandig naamwoord
partner
partner
- partner

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
asociado	medlem i firman; partner	kompis; polare
compañero	kompanjon; kompis; medlem i firman; partner	arbetskamrat; dragningskraft; följeslagare; gosse; hjärtevän; kamrat; karl; kollega; kompis; kvinnlig partner; ledsagare; livskamrat; livsledsagare; man; matjesill; polare; typ; vän; äkta make
consocio	medlem i firman; partner
conviviente	medlem i firman; partner	fru; kompis; livskamrat; livsledsagare; livspartner; maka; make; make eller maka; man; polare; äkta hälft; äkta make; äktapar
partícipe	medlem i firman; partner	kompis; polare
socio	medlem i firman; partner	affärs partner; allierad; delägare; förbunden; kompis; medlem; penis; polare; snopp
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
partner	partner

Cross Translation:

From	To	Via
• partner	→ compañero	↔ Partner — Personen oder Institutionen, die gemeinsam ein Ziel verfolgen