Overzicht
Zweeds naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. markis:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor markis (Zweeds) in het Spaans

markis:

markis [-en] zelfstandig naamwoord

  1. markis (solsegel)
    el refugios; el escondites; el techitos

Vertaal Matrix voor markis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
escondites markis; solsegel fönstermarkiser; gömplatser; gömställen; solsegel; solskydd
refugios markis; solsegel fönstermarkiser; gömställen; solsegel; solskydd
techitos markis; solsegel

Wiktionary: markis


Cross Translation:
FromToVia
markis toldo awning — a rooflike cover
markis persiana; celosía blind — covering for a window
markis marqués marquess — title of nobility