Zweeds
Uitgebreide vertaling voor magrad (Zweeds) in het Spaans
magrad:
-
magrad (magrat; benigt)
espinoso; adelgazado; demacrado; escuálido; macilento; esquelético; enflaquecido; en forma de espina-
espinoso bijvoeglijk naamwoord
-
adelgazado bijvoeglijk naamwoord
-
demacrado bijvoeglijk naamwoord
-
escuálido bijvoeglijk naamwoord
-
macilento bijvoeglijk naamwoord
-
esquelético bijvoeglijk naamwoord
-
enflaquecido bijvoeglijk naamwoord
-
en forma de espina bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor magrad:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
adelgazado | benigt; magrad; magrat | gått ner i vikt |
demacrado | benigt; magrad; magrat | uthungrad |
en forma de espina | benigt; magrad; magrat | |
enflaquecido | benigt; magrad; magrat | avmagrad; avmagrat; närvarande; utmärglat |
escuálido | benigt; magrad; magrat | hajaktig; hajaktigt; mager; magert; skinntorrt; tunt; utmärglad; utmärglat |
espinoso | benigt; magrad; magrat | farlig; farligt; inflammerad; klumpig; klumpigt; oklar; oklart; osäker; osäkert; otydligt; pinsam; pinsamt; riskfyllt; suddig; taggig; taggigt; törnig; törnigt |
esquelético | benigt; magrad; magrat | benig; benigt; knokig; knokigt; smalt; uthungrad |
macilento | benigt; magrad; magrat | uthungrad |