Overzicht
Zweeds naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. lås:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor lås (Zweeds) in het Spaans

lås:

lås [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. lås (bult; regel)
    el cerrojo
    • cerrojo [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. lås (knäppe; spänne)
    el cierre de muelle
  3. lås
    el rizo; el bucle; el mechón; la esclusa; el ricito
    • rizo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • bucle [el ~] zelfstandig naamwoord
    • mechón [el ~] zelfstandig naamwoord
    • esclusa [la ~] zelfstandig naamwoord
    • ricito [el ~] zelfstandig naamwoord

lås werkwoord

  1. lås
    bloquear

Vertaal Matrix voor lås:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bucle lås hårlock; lock; loop; nattkärl; pissoar; slusshöjder; slussningar; uringlas
cerrojo bult; lås; regel bult; hålla stång; regel
cierre de muelle knäppe; lås; spänne
esclusa lås sluss
mechón lås hårknut; hårlock; lock
ricito lås slusshöjder; slussningar
rizo lås hårlock; lock; looping; nattkärl; pissoar; slusshöjder; slussningar; uringlas
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bloquear lås barrikadera; blockera; blokkera; förebygga; förhindra; hindra; knappsats; låsa; spärra

Wiktionary: lås


Cross Translation:
FromToVia
lås cerradura; candado lock — something used for fastening
lås llave lock — firing mechanism of a gun
lås cierre; cerradura slot — mechanisme waarmee in combinatie met een sleutel een deur of een raam kan worden afgesloten
lås cerradura Schloss — Pl.1 an einen Zugang montierte Schließeinrichtung
lås cerradura serrure — serrurerie|fr mécanisme permettant de maintenir fermer une porte, un panneau, un vantail, etc., au moyen d’une clé.