Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Spaans ->Vertaal hemmafru

Vertaal hemmafru van Zweeds naar Spaans

Overzicht

Zweeds naar Spaans: Meer gegevens...

hemmafru:
- ama de casa; dueña de casa; madre de familia; mujer; cónyuge; ama; mujeruca; compañera en la vida; señora
Wiktionary:
- hemmafru → ama de casa, alquiladora de habitaciones

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor hemmafru (Zweeds) in het Spaans

hemmafru:

hemmafru [-en] zelfstandig naamwoord

hemmafru
la ama de casa; la dueña de casa; la madre de familia; la mujer; la cónyuge; la ama; la mujeruca; la compañera en la vida; la señora
- ama de casa [la ~] zelfstandig naamwoord
- dueña de casa [la ~] zelfstandig naamwoord
- madre de familia [la ~] zelfstandig naamwoord
- mujer [la ~] zelfstandig naamwoord
- cónyuge [la ~] zelfstandig naamwoord
- ama [la ~] zelfstandig naamwoord
- mujeruca [la ~] zelfstandig naamwoord
- compañera en la vida [la ~] zelfstandig naamwoord
- señora [la ~] zelfstandig naamwoord
hemmafru
el ama de casa
- ama de casa [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hemmafru:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ama	hemmafru	fru; husmoder; husmor; livskamrat; livspartner; maka; make; make eller maka; man; mästarinna; mätress; äkta hälft; äktapar
ama de casa	hemmafru	fru; hushållare; hushållerska; hushålls slitande; husmor; livskamrat; livspartner; maka; make; make eller maka; man; äkta hälft
compañera en la vida	hemmafru	fru; husmor; livskamrat; livsledsagare; livspartner; maka; make; make eller maka; man; äkta hälft; äkta make; äktapar
cónyuge	hemmafru	fru; husmor; livskamrat; livsledsagare; livspartner; maka; make; make eller maka; man; äkta hälft; äktapar
dueña de casa	hemmafru	fru; husmor; livskamrat; livspartner; maka; make; make eller maka; man; äkta hälft
madre de familia	hemmafru	fru; husmor; livskamrat; livspartner; maka; make; make eller maka; man; äkta hälft
mujer	hemmafru	dam; fru; fröken; husmor; kvinna; kvinnligt; livskamrat; livsledsagare; livspartner; maka; make; make eller maka; man; äkta hälft; äktapar
mujeruca	hemmafru	fru; husmor; kvinna; livskamrat; livspartner; maka; make; make eller maka; man; äkta hälft
señora	hemmafru	Fru; dam; fru; fröken; husmor; livskamrat; livsledsagare; livspartner; maka; make; make eller maka; man; äkta hälft; äktapar

Wiktionary: hemmafru

Cross Translation:

From	To	Via
• hemmafru	→ ama de casa; alquiladora de habitaciones	↔ Hausfrau — eine Frau, die Hausarbeiten erledigt