Höjdpunkt in het Spaans vertaald uit het Zweeds

Remove Ads

Overzicht

Zweeds naar Spaans: Meer gegevens...

höjdpunkt:
- orgasmo; clímax; momento culminante; apogeo; colmo; punta; culminación; pináculo; súmmum; punto álgido; punto culminante; caballete; lado superior; cúspide; topes; día de fiesta; gran día; pico; cumbre; ápice; cenit; hora punta
Wiktionary:
- höjdpunkt → colmo, cúspide, apogeo, atracción principal, culmo, ápice, cima

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor höjdpunkt (Zweeds) in het Spaans

höjdpunkt:

höjdpunkt [-en] zelfstandig naamwoord

höjdpunkt (orgasm; klimax)
el orgasmo; el clímax
- orgasmo [el ~] zelfstandig naamwoord
- clímax [el ~] zelfstandig naamwoord
höjdpunkt (klimax; spets; topp)
el momento culminante; el apogeo; el clímax
- momento culminante [el ~] zelfstandig naamwoord
- apogeo [el ~] zelfstandig naamwoord
- clímax [el ~] zelfstandig naamwoord
höjdpunkt (kulmination)
el colmo; el clímax; la punta; la culminación; el pináculo; el súmmum; el punto álgido; el punto culminante; el momento culminante
- colmo [el ~] zelfstandig naamwoord
- clímax [el ~] zelfstandig naamwoord
- punta [la ~] zelfstandig naamwoord
- culminación [la ~] zelfstandig naamwoord
- pináculo [el ~] zelfstandig naamwoord
- súmmum [el ~] zelfstandig naamwoord
- punto álgido [el ~] zelfstandig naamwoord
- punto culminante [el ~] zelfstandig naamwoord
- momento culminante [el ~] zelfstandig naamwoord
höjdpunkt
el punto culminante
- punto culminante [el ~] zelfstandig naamwoord
höjdpunkt
el caballete; la punta; el apogeo; el lado superior; el cúspide; el topes
- caballete [el ~] zelfstandig naamwoord
- punta [la ~] zelfstandig naamwoord
- apogeo [el ~] zelfstandig naamwoord
- lado superior [el ~] zelfstandig naamwoord
- cúspide [el ~] zelfstandig naamwoord
- topes [el ~] zelfstandig naamwoord
höjdpunkt (helgdag; festdag)
el día de fiesta; el gran día
- día de fiesta [el ~] zelfstandig naamwoord
- gran día [el ~] zelfstandig naamwoord
höjdpunkt (topp)
el clímax; el pico; el súmmum; el colmo; el punto culminante; el punto álgido; la cumbre; el pináculo; el apogeo; la culminación; el ápice; el cúspide; el cenit; el momento culminante
- clímax [el ~] zelfstandig naamwoord
- pico [el ~] zelfstandig naamwoord
- súmmum [el ~] zelfstandig naamwoord
- colmo [el ~] zelfstandig naamwoord
- punto culminante [el ~] zelfstandig naamwoord
- punto álgido [el ~] zelfstandig naamwoord
- cumbre [la ~] zelfstandig naamwoord
- pináculo [el ~] zelfstandig naamwoord
- apogeo [el ~] zelfstandig naamwoord
- culminación [la ~] zelfstandig naamwoord
- ápice [el ~] zelfstandig naamwoord
- cúspide [el ~] zelfstandig naamwoord
- cenit [el ~] zelfstandig naamwoord
- momento culminante [el ~] zelfstandig naamwoord
höjdpunkt (höjdpunkten)
el colmo; el cenit; la culminación; el apogeo; el clímax
- colmo [el ~] zelfstandig naamwoord
- cenit [el ~] zelfstandig naamwoord
- culminación [la ~] zelfstandig naamwoord
- apogeo [el ~] zelfstandig naamwoord
- clímax [el ~] zelfstandig naamwoord
höjdpunkt (under högtrafik)
la hora punta
- hora punta [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor höjdpunkt:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
apogeo	höjdpunkt; höjdpunkten; klimax; spets; topp	glansdagar; glanstid; ovansida
caballete	höjdpunkt	blunder; dumhet; dumskalle; en trögtänkt person; skramla; staffli; stöd; stötta; åsna
cenit	höjdpunkt; höjdpunkten; topp	zenit
clímax	höjdpunkt; höjdpunkten; klimax; kulmination; orgasm; spets; topp
colmo	höjdpunkt; höjdpunkten; kulmination; topp	bergtopp
culminación	höjdpunkt; höjdpunkten; kulmination; topp	bergtopp
cumbre	höjdpunkt; topp	bergskam; bergskrön; bergstopp; bergtopp; fjälltopp; krön; spets; topp; toppmöte; zenit
cúspide	höjdpunkt; topp	zenit
día de fiesta	festdag; helgdag; höjdpunkt
gran día	festdag; helgdag; höjdpunkt
hora punta	höjdpunkt; under högtrafik	bergskrön; bergstopp; bästa sändningstid; dagens brådaste timmar; fjälltopp; krön; topp
lado superior	höjdpunkt	ovansida
momento culminante	höjdpunkt; klimax; kulmination; spets; topp
orgasmo	höjdpunkt; klimax; orgasm
pico	höjdpunkt; topp	bergskrön; bergstopp; fjälltopp; fräckhet; gap; krön; käft; lagförslag; mun; munnen; nos; nota; näbb; näsa; oskamsen; räkning; snabel; spets; topp
pináculo	höjdpunkt; kulmination; topp
punta	höjdpunkt; kulmination	bergtopp; det yttersta slutet; hint; kurs; ledtråd; ovansida; riktning; slutet; tidpunkt; tips
punto culminante	höjdpunkt; kulmination; topp	bergtopp
punto álgido	höjdpunkt; kulmination; topp
súmmum	höjdpunkt; kulmination; topp
topes	höjdpunkt	ovansida
ápice	höjdpunkt; topp	dutt; en minsta bit; smula; tum

Synoniemen voor "höjdpunkt":

zenit; kulminera; klimax; kulmination

Wiktionary: höjdpunkt

Cross Translation:

From	To	Via
• höjdpunkt	→ colmo; cúspide; apogeo	↔ acme — the highest point
• höjdpunkt	→ atracción principal	↔ Clou — Höhepunkt, Glanzpunkt QS Bedeutungen\|unzureichend
• höjdpunkt	→ culmo	↔ Gipfel — das Höchstmaß einer Leistung, eines Vorgangs oder einer Emotion
• höjdpunkt	→ ápice; cima; cúspide	↔ sommet — Définition 2, le plus haut degré :

Verwante vertalingen van höjdpunkt

som nått sin höjdpunkt

Remove Ads

Vertaal höjdpunkt van Zweeds naar Spaans

Uitgebreide vertaling voor höjdpunkt (Zweeds) in het Spaans

höjdpunkt:

höjdpunkt [-en] zelfstandig naamwoord

höjdpunkt (orgasm; klimax)

höjdpunkt (klimax; spets; topp)

höjdpunkt (kulmination)

höjdpunkt

höjdpunkt

höjdpunkt (helgdag; festdag)

höjdpunkt (topp)

höjdpunkt (höjdpunkten)

höjdpunkt (under högtrafik)

Vertaal Matrix voor höjdpunkt:

Synoniemen voor "höjdpunkt":

Wiktionary: höjdpunkt

Verwante vertalingen van höjdpunkt