Overzicht
Zweeds naar Spaans: Meer gegevens...
-
glatt:
- alegre; contento; agradable; grato; placentero; cómodo; confortable; feliz; gratificante; memorable; satisfactorio; regocijante; vivo; animado; entretenido; divertido; jovial; deslizante; afortunado; dichoso; lleno de color; alegrísimo; lleno de alegría; reidor; de buen humor; alegremente; no caber en sí de alegría; rebosante de alegría; entusiasta; extasiado; muy contento; optimista
- glädja:
- Wiktionary:
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor glatt (Zweeds) in het Spaans
glatt:
-
glatt (glädjande; förtjust)
-
glatt (angenäm; trevligt; trevlig; lyckligt; lycklig; angenämt; behagligt)
agradable; grato; placentero; cómodo; confortable-
agradable bijvoeglijk naamwoord
-
grato bijvoeglijk naamwoord
-
placentero bijvoeglijk naamwoord
-
cómodo bijvoeglijk naamwoord
-
confortable bijvoeglijk naamwoord
-
-
glatt (trevlig; lycklig; trevligt; glad; lyckligt; minnesvärt)
feliz; gratificante; placentero; agradable; memorable; grato; satisfactorio; regocijante; alegre-
feliz bijvoeglijk naamwoord
-
gratificante bijvoeglijk naamwoord
-
placentero bijvoeglijk naamwoord
-
agradable bijvoeglijk naamwoord
-
memorable bijvoeglijk naamwoord
-
grato bijvoeglijk naamwoord
-
satisfactorio bijvoeglijk naamwoord
-
regocijante bijvoeglijk naamwoord
-
alegre bijvoeglijk naamwoord
-
-
glatt (glad)
-
glatt (glad)
entretenido; alegre; divertido; jovial-
entretenido bijvoeglijk naamwoord
-
alegre bijvoeglijk naamwoord
-
divertido bijvoeglijk naamwoord
-
jovial bijvoeglijk naamwoord
-
-
glatt
deslizante-
deslizante bijvoeglijk naamwoord
-
-
glatt (tillfredställt; glad)
contento; feliz; afortunado; dichoso-
contento bijvoeglijk naamwoord
-
feliz bijvoeglijk naamwoord
-
afortunado bijvoeglijk naamwoord
-
dichoso bijvoeglijk naamwoord
-
-
glatt (klar; klart; färgstark; färgstarkt)
alegre; lleno de color; vivo-
alegre bijvoeglijk naamwoord
-
lleno de color bijvoeglijk naamwoord
-
vivo bijvoeglijk naamwoord
-
-
glatt (glädjerik; glad; glädjefullt; glädjerikt)
alegrísimo; lleno de alegría-
alegrísimo bijvoeglijk naamwoord
-
lleno de alegría bijvoeglijk naamwoord
-
-
glatt (lätt om hjärtat; sorglös; sorglöst)
-
glatt (lyckligt; munter; gladlynt; lycklig; muntert)
de buen humor; alegre; alegremente-
de buen humor bijvoeglijk naamwoord
-
alegre bijvoeglijk naamwoord
-
alegremente bijvoeglijk naamwoord
-
-
glatt (muntert; glättig; glättigt; glad)
no caber en sí de alegría; rebosante de alegría; alegre; entusiasta; extasiado; muy contento-
no caber en sí de alegría bijvoeglijk naamwoord
-
rebosante de alegría bijvoeglijk naamwoord
-
alegre bijvoeglijk naamwoord
-
entusiasta bijvoeglijk naamwoord
-
extasiado bijvoeglijk naamwoord
-
muy contento bijvoeglijk naamwoord
-
-
glatt (livligt; livaktig; livfullt; levnadsglatt; vitalt; livaktigt; glad; livfull)
alegre; entusiasta; optimista; de buen humor-
alegre bijvoeglijk naamwoord
-
entusiasta bijvoeglijk naamwoord
-
optimista bijvoeglijk naamwoord
-
de buen humor bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor glatt:
Synoniemen voor "glatt":
Wiktionary: glatt
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• glatt | → feliz; alegre; contento; satisfecho | ↔ happy — enjoying peace, comfort, etc.; contented, joyous |
• glatt | → liso | ↔ sleek — smooth |
• glatt | → liso | ↔ glatt — ohne Rauigkeiten und Unebenheiten |
• glatt | → liso | ↔ glatt — rutschig (aber nicht schmierig), z. B. durch Eis |
• glatt | → liso; lisa | ↔ lisse — Sans aspérité ni rayure. |
glatt vorm van glädja:
-
glädja (liva upp; fröjda)
-
glädja (göra någon glad)
-
glädja
Conjugations for glädja:
presens
- glädjer
- glädjer
- glädjer
- glädjer
- glädjer
- glädjer
imperfekt
- gladde
- gladde
- gladde
- gladde
- gladde
- gladde
framtid 1
- kommer att glädja
- kommer att glädja
- kommer att glädja
- kommer att glädja
- kommer att glädja
- kommer att glädja
framtid 2
- skall glädja
- skall glädja
- skall glädja
- skall glädja
- skall glädja
- skall glädja
conditional
- skulle glädja
- skulle glädja
- skulle glädja
- skulle glädja
- skulle glädja
- skulle glädja
perfekt particip
- har glatt
- har glatt
- har glatt
- har glatt
- har glatt
- har glatt
imperfekt particip
- hade glatt
- hade glatt
- hade glatt
- hade glatt
- hade glatt
- hade glatt
blandad
- glädj!
- glädj!
- glädjande
1. jag, 2. du/ni, 3. han/hon/den/det, 4. vi, 5. ni, 6. de
Vertaal Matrix voor glädja:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
alegrar | fröjda; glädja; liva upp | göra glad; lysa upp; muntra upp; tillfredställa; uppmuntra |
complacer | fröjda; glädja; liva upp | tillfredsställa; tillåta |
complacer a alguien | glädja; göra någon glad | |
dar gusto | fröjda; glädja; göra någon glad; liva upp | finna nöje i; njuta av; tycka om |