Overzicht
Zweeds naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. gift:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor gift (Zweeds) in het Spaans

gift:

gift bijvoeglijk naamwoord

  1. gift
    casado
    • casado bijvoeglijk naamwoord

gift [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. gift (serum)
    la ponzoña
  2. gift
    la toxicidad

Vertaal Matrix voor gift:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ponzoña gift; serum
toxicidad gift giftigt; toxiskt
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
casado gift

Synoniemen voor "gift":

  • förmäld; ktenskaplig; ktenskapsbunden

Wiktionary: gift


Cross Translation:
FromToVia
gift casado married — In a state of marriage; having a wife or a husband
gift veneno poison — substance harmful to a living organism
gift veneno venom — poison carried by animal
gift veneno vergif — iets dat levende wezens schaadt
gift veneno Gift — gesundheitsschädliche oder potentiell tödliche Substanz
gift veneno; ponzoña poisonsubstance qui, introduire dans l’organisme, altérer ou même détruire les fonctions vitales.
gift veneno veninpoison produit, chez certains animaux, par sécrétion, et qui, introduire dans le sang d’un autre animal ou d’un homme par une morsure ou une piqûre, amène de graves désordres et même la mort.

Verwante vertalingen van gift