Overzicht
Zweeds naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. extra:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor extra (Zweeds) in het Spaans

extra:

extra bijvoeglijk naamwoord

  1. extra (tillägg)
    adicional; extra; extraordinario

extra zelfstandig naamwoord

  1. extra
    el extra
    • extra [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor extra:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
extra extra
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adicional extra; tillägg till saken kommande
extra extra; tillägg
extraordinario extra; tillägg barbarisk; barbariskt; bestialiskt; bisarrt; egendomlig; egendomligt; exentrisk; exentriskt; exeptionell; exeptionellt; extraordinärt; fantastiskt; häpnadsväckande; inhuman; inhumant; kuriös; kuriöst; legendarisk; legendariskt; omänskligt; ovan; ovanlig; ovanligt; specifik; storaktig; storaktigt; sällsynt; säregen; säreget; särskild; udda; unik; unikt; utomordentlig; utomordentligt

Synoniemen voor "extra":


Wiktionary: extra


Cross Translation:
FromToVia
extra adicional zusätzlich — zum bereits Vorhandenem noch dazukommend, hinzugefügt

Verwante vertalingen van extra