Boning in het Spaans vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Spaans: Meer gegevens...

boning:
- residencia; alojamiento; estancia; casita; permanencia; casilla; caseta; campana de cristal; casa; habitación; apartamento
Wiktionary:
- boning → morada, vivienda, residencia, apartamento, casa, habitación, alojamiento

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor boning (Zweeds) in het Spaans

boning (hem; bostad; residens)
la residencia; el alojamiento; la estancia; la casita; la permanencia; la casilla; la caseta; la campana de cristal
- residencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- alojamiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- estancia [la ~] zelfstandig naamwoord
- casita [la ~] zelfstandig naamwoord
- permanencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- casilla [la ~] zelfstandig naamwoord
- caseta [la ~] zelfstandig naamwoord
- campana de cristal [la ~] zelfstandig naamwoord
boning (hus; bostad; byggnad)
la casa; la habitación; el apartamento
- casa [la ~] zelfstandig naamwoord
- habitación [la ~] zelfstandig naamwoord
- apartamento [el ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
alojamiento	boning; bostad; hem; residens	anskaffande; anskaffning; boende hoss; bostad; framskaffande; husrum; inackordering; inkvartering; kvarter; kvartering; logi; sovplats; stuga; tak över huvudet; utverkande; övernattning; övernattningsplats
apartamento	boning; bostad; byggnad; hus	bostadslägenhet; kommun; lägenhet; våning
campana de cristal	boning; bostad; hem; residens	glasklocka; lider; skjul
casa	boning; bostad; byggnad; hus	boplats; bygge; dynasti; hem; hem / hemma; koncern; konstruktion; struktur
caseta	boning; bostad; hem; residens	avdelning; fattigkvarter; håla; kula; lider; lya; profession; skjul; slum; slumkvarter; tillhåll; uppdelning; yrke
casilla	boning; bostad; hem; residens	avdelning; bås; fack; håla; kryssruta; kula; lider; lya; mysrum; profession; skjul; stuga; tillhåll; yrke
casita	boning; bostad; hem; residens	pied-a-terre; stuga
estancia	boning; bostad; hem; residens
habitación	boning; bostad; byggnad; hus	beboning; bostad; hotell; husrum; inackordering; inackorderingsställe; kvarter; logi; pensionat; tak över huvudet
permanencia	boning; bostad; hem; residens	bostads plats; fortsättning; längd; varaktighet
residencia	boning; bostad; hem; residens	boplats; bostads plats; bosättningsort; hem; hus; mentalsjukhus; residens; residensbostad; residensvåning; stuga

Cross Translation:

From	To	Via
• boning	→ morada; vivienda; residencia	↔ abode — slightly dated: residence
• boning	→ apartamento; casa	↔ Wohnung — ein Raum oder mehrere Räume, die innerhalb eines Hauses einen abgeschlossenen Bereich bilden und für einen ein- oder mehrköpfigen Haushalt zum Wohnen dienen
• boning	→ habitación	↔ habitation — Action d’habiter un lieu.
• boning	→ alojamiento; vivienda	↔ logement — Local d'habitation.