Zweeds
Uitgebreide vertaling voor benig (Zweeds) in het Spaans
benig:
-
benig (benigt)
esquelético-
esquelético bijvoeglijk naamwoord
-
-
benig (benigt)
-
benig
-
benig (knokig; smalt; benigt; knokigt)
-
benig (knotigt; benigt)
huesudo; nudoso; de aspecto óseo-
huesudo bijvoeglijk naamwoord
-
nudoso bijvoeglijk naamwoord
-
de aspecto óseo bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor benig:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
de aspecto óseo | benig; benigt; knotigt | benigt; knogaktig; knogaktigt; knotig; knotigt |
esquelético | benig; benigt; knokig; knokigt; smalt | benigt; magrad; magrat; uthungrad |
huesoso | benig | |
huesudo | benig; benigt; knokig; knokigt; knotigt; smalt | benigt; knogaktig; knogaktigt; knotig; knotigt; uthungrad |
nudoso | benig; benigt; knotigt | knottrigt; knutig; knutigt; knölig |