Overzicht
Zweeds naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. benägen:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor benägen (Zweeds) in het Spaans

benägen:

benägen bijvoeglijk naamwoord

  1. benägen (sinnad)
    dispuesto
  2. benägen
    inclinado

Vertaal Matrix voor benägen:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dispuesto benägen; sinnad avpassad; avpassat; beordrad; beordrat; beredvillig; beredvilligt; berett; normerad; normerat; ordnat; reglerat; tjänstvilligt; villig; villigt
inclinado benägen benägad; benägat; beredvillig; beredvilligt; berett; frivol; frivolt; listigt; obscent; omoralisk; omoraliskt; sluttande; tjänstvilligt; villig; villigt

Synoniemen voor "benägen":


Verwante vertalingen van benägen