Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Spaans ->Vertaal arm

Vertaal arm van Zweeds naar Spaans

Overzicht

Zweeds naar Spaans: Meer gegevens...

arm:
- pobre; pobrecito; infeliz; desgraciado; pobrecita; pobre diablo
Wiktionary:
- arm → brazo, infeliz, desgraciado

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor arm (Zweeds) in het Spaans

arm:

arm [-en] zelfstandig naamwoord

arm (olycklig; vrak)
el pobre; el pobrecito; el infeliz; el desgraciado; la pobrecita; el pobre diablo
- pobre [el ~] zelfstandig naamwoord
- pobrecito [el ~] zelfstandig naamwoord
- infeliz [el ~] zelfstandig naamwoord
- desgraciado [el ~] zelfstandig naamwoord
- pobrecita [la ~] zelfstandig naamwoord
- pobre diablo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor arm:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
desgraciado	arm; olycklig; vrak	bov; drummel; dulle; dumhuvud; ful gubbe; giftig karl; grobian; kryp; lurk; oäkta barn; skit; skurk; slusk; stackare; träskalle; tölp; usling; äckel
infeliz	arm; olycklig; vrak
pobre	arm; olycklig; vrak	blixt; den breda massan; populas; povert; pöbel; stackars liten; åskvigg
pobre diablo	arm; olycklig; vrak	kräk; luns; sjaskigt klädd person; skurk; smutsgris; tölp; usling; vrak
pobrecita	arm; olycklig; vrak	stackare
pobrecito	arm; olycklig; vrak	blixt; stackare; stackars jäkel !; stackars liten; stackars liten !; åskvigg
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
desgraciado		beklagansvärd; beklagansvärt; dyster; erbarmlig; erbarmligt; frugal; frugalt; förskräcklig; förskräckligt; jämmerligt; katastrofalt; klagande; medlidsamt; olycklig; olyckligt; otillräcklig; otillräckligt; oturligt; skandalös; skandalöst; sorgefull; sorgefullt; sorgset; sparsamt; torftig; torftigt
infeliz		olycklig; olyckligt; oturligt
pobre		beklagansvärd; beklagansvärt; drabbad av fattighet; dålig; dåligt; eländigt; enstaka; erbarmlig; erbarmligt; fattig; fattigt; futtigt; få; i trasor; inte överflödigt; jämmerligt; knapert; lumpet; lumpig; lumpigt; mager; magert; medlidsamt; obemedlad; obemedlat; ovårdat; raggigt; ruggig; ruggigt; schabbigt; skinntorrt; tarvlig; tarvligt; tunt; usel; uselt; utmärglad; utmärglat; ynklig; ynkligt; ömklig; ömkligt

Synoniemen voor "arm":

påver; fattig

Wiktionary: arm

Cross Translation:

From	To	Via
• arm	→ brazo	↔ arm — portion of the upper appendage from shoulder to wrist
• arm	→ brazo	↔ arm — lichaamsdeel
• arm	→ brazo	↔ Arm — Anatomie: ein paariges Körperteil beim Menschen, das sich zwischen Rumpf und Hand befindet; Vorderextremität
• arm	→ brazo	↔ bras — Membre
• arm	→ infeliz; desgraciado	↔ malheureux — Qui porte malheur, qui annonce ou qui cause du malheur. (Sens général)

Verwante vertalingen van arm