Zweeds
Uitgebreide vertaling voor hangås (Zweeds) in het Spaans
hangås: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- han: él; quien; el que; la que
- gös: lucioperca
- gås: oca; ganso
- hån: insulto; agravio; excoriación; remoquetes; desprecio; burla; mofa; escarnio; burlas; sarcasmo; befa; escarnecimiento; risa escarnecedora; desdaño; risa insultante