Overzicht
Zweeds naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. petitess:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor petitess (Zweeds) in het Spaans

petitess:

petitess [-en] zelfstandig naamwoord

  1. petitess (banalitet; trivialitet; småsak)
    la vulgaridad; la banalidad
  2. petitess (småsak; detalj; oväsentlighet)
    la friolera; la naderia
    • friolera [la ~] zelfstandig naamwoord
    • naderia [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor petitess:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
banalidad banalitet; petitess; småsak; trivialitet
friolera detalj; oväsentlighet; petitess; småsak bagatell; barnarbete; en liten bit; futtighet; kylig person; kyligt subjekt; liten gåva; liten present; småsak
naderia detalj; oväsentlighet; petitess; småsak
vulgaridad banalitet; petitess; småsak; trivialitet grovhet; oförskämd anmärkning; ojämnhet; råhet; vanlighet

Synoniemen voor "petitess":


Wiktionary: petitess


Cross Translation:
FromToVia
petitess bagatela bagatelle — trifle
petitess bagatela Kleinigkeitwinzige oder unbedeutende Sache

Computer vertaling door derden: