Overzicht
Zweeds naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. grus:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor grus (Zweeds) in het Spaans

grus:

grus [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. grus (saltlake)
    la salmuera; la sal
    • salmuera [la ~] zelfstandig naamwoord
    • sal [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. grus (singel; småsten)
    la grava; la gravilla; el cascajo; el guijo
    • grava [la ~] zelfstandig naamwoord
    • gravilla [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cascajo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • guijo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor grus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cascajo grus; singel; småsten avfall; grov sand; klappersten; kvartssand; löst liggande sten; skeppsbrott; skräp; sopor
grava grus; singel; småsten brutna stenar; kalk
gravilla grus; singel; småsten
guijo grus; singel; småsten
sal grus; saltlake bords salt; bordssalt; kok salt; salt
salmuera grus; saltlake

Synoniemen voor "grus":


Wiktionary: grus


Cross Translation:
FromToVia
grus arcilla clay — tennis court surface
grus gravilla; grava gravel — small fragments of rock
grus grava; gravilla Kies — lose Gesteinsstücke in einer Korngröße von etwa 3 mm bis 30 mm
grus gravilla; grava KiesBaustoff und Bauzuschlagstoff, Filtermaterial aus [1]

Verwante vertalingen van grus