Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Spaans ->Zoek: båt

Zweedse en Spaanse zoekresultaten voor: båt

Overzicht

Zweeds naar Spaans: Meer gegevens...

båt:
- barco; vapor; barca; bote; barquito; nave; buque; barcaza; lancha; navío; navícula; lanchón; embarcación; góndola; naveta
Wiktionary:
- båt → barca, bote, barco, embarcación, nave, lancha

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor båt (Zweeds) in het Spaans

båt:

båt [-en] zelfstandig naamwoord

båt (farkost; skepp; fartyg)
el barco; el vapor; la barca; el bote; el barquito; la nave; el buque; la barcaza; la lancha; el navío; la navícula; el lanchón; la embarcación; la góndola; la naveta
- barco [el ~] zelfstandig naamwoord
- vapor [el ~] zelfstandig naamwoord
- barca [la ~] zelfstandig naamwoord
- bote [el ~] zelfstandig naamwoord
- barquito [el ~] zelfstandig naamwoord
- nave [la ~] zelfstandig naamwoord
- buque [el ~] zelfstandig naamwoord
- barcaza [la ~] zelfstandig naamwoord
- lancha [la ~] zelfstandig naamwoord
- navío [el ~] zelfstandig naamwoord
- navícula [la ~] zelfstandig naamwoord
- lanchón [el ~] zelfstandig naamwoord
- embarcación [la ~] zelfstandig naamwoord
- góndola [la ~] zelfstandig naamwoord
- naveta [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor båt:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
barca	båt; farkost; fartyg; skepp
barcaza	båt; farkost; fartyg; skepp	hävert
barco	båt; farkost; fartyg; skepp	atlantångare; oceanångare
barquito	båt; farkost; fartyg; skepp	slup
bote	båt; farkost; fartyg; skepp	burk; dosa; insatser; kanna; lagringsburk; liten kanna; låda; spelpengar; trumma
buque	båt; farkost; fartyg; skepp	atlantångare; fartyg; oceanångare
embarcación	båt; farkost; fartyg; skepp	fart; hastighet; sjöfart
góndola	båt; farkost; fartyg; skepp	gondol
lancha	båt; farkost; fartyg; skepp	sloppa
lanchón	båt; farkost; fartyg; skepp
nave	båt; farkost; fartyg; skepp
naveta	båt; farkost; fartyg; skepp
navícula	båt; farkost; fartyg; skepp
navío	båt; farkost; fartyg; skepp
vapor	båt; farkost; fartyg; skepp	dimma; dunst; imma; ånga

Synoniemen voor "båt":

fartyg; färja; jolle; skepp; skuta; slup; sjöfarkost

Wiktionary: båt

Cross Translation:

From	To	Via
• båt	→ barca; bote; barco	↔ boat — water craft
• båt	→ barco	↔ Boot — kleines Wasserfahrzeug
• båt	→ barco	↔ boot — een klein vaartuig
• båt	→ barco; embarcación; nave; lancha; bote	↔ bateau — Ouvrage flottant destiné à la navigation

Verwante vertalingen van båt