Overzicht


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor expedit (Zweeds) in het Spaans

expedit:

expedit [-en] zelfstandig naamwoord

  1. expedit (kassabiträde)
    el taquillero; el empleado de la ventanilla
  2. expedit (butiksbiträde)
    el empleados de ventanilla

Vertaal Matrix voor expedit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
empleado de la ventanilla expedit; kassabiträde biljettförsäljare
empleados de ventanilla butiksbiträde; expedit
taquillero expedit; kassabiträde biljettförsäljare

Synoniemen voor "expedit":


Wiktionary: expedit


Cross Translation:
FromToVia
expedit vendedor; dependiente; expendedor Verkäuferspeziell: jemand der etwas gewerbsmäßig verkauft