Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. stam:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor stam (Zweeds) in het Engels

stam:

stam zelfstandig naamwoord

  1. stam (orörlig kärna)
    the immovable nuclei
  2. stam (folkstam)
    the tribe; the race
    • tribe [the ~] zelfstandig naamwoord
    • race [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor stam:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
immovable nuclei orörlig kärna; stam
race folkstam; stam kapplöpning; lopp; löpning; sprinterlopp; tävling
tribe folkstam; stam stamsystem
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
race fly; ila; kila; köra fort; lopp; löpa; ränna; skutta; springa; springa i kapp
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
race släkte

Synoniemen voor "stam":


Wiktionary: stam

stam
noun
  1. group having common ancestor
  2. (biology, taxonomy) A rank in the classification of organisms, below kingdom and above class
  3. linguistics: main part of a word
  4. the main structural member of a tree
  5. group of people
  6. tree trunk
verb
  1. to take out the stem from something

Cross Translation:
FromToVia
stam tribe stam — antropologie|nld een samenlevinsvorm bestaande uit groep meer en minder verwante mensen, die meestal minder technologisch gevorderd is
stam trunk stam — biologie|nld een boomstam, het deel van de boom tussen de wortels en de kruin
stam tree trunk Baumstamm — die Verbindung eines Baumes zwischen die Wurzel und Baumkrone
stam tribe StammEthnologie: größere Gruppe von Menschen mit ethnischen Gemeinsamkeiten
stam trunk StammBiologie: Teil des Baumes zwischen Wurzel und Krone
stam strain Stamm — kleine bearbeitbare Gruppe niederer Lebewesen
stam stem StammGrammatik: einfache oder komplexe Grundform der Flexion eines Wortes (Wortstamm)