Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. tunt:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor tunt (Zweeds) in het Engels

tunt:

tunt bijvoeglijk naamwoord

  1. tunt (sällsynt; rart; glest; )
    teneous; rarefied; rare
  2. tunt (magert; utmärglat; skinntorrt; utmärglad; mager)
    thin; skinny; meagre; puny; meager
    • thin bijvoeglijk naamwoord
    • skinny bijvoeglijk naamwoord
    • meagre bijvoeglijk naamwoord, Brits
    • puny bijvoeglijk naamwoord
    • meager bijvoeglijk naamwoord, Amerikaans

Vertaal Matrix voor tunt:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
thin decimera; minska i antal; tunna ut
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
meager mager; magert; skinntorrt; tunt; utmärglad; utmärglat eländigt; futtigt; lumpet; tarvlig; tarvligt; usel; uselt; ynklig; ynkligt
meagre mager; magert; skinntorrt; tunt; utmärglad; utmärglat eländigt; futtigt; lumpet; tarvlig; tarvligt; usel; uselt; ynklig; ynkligt
puny mager; magert; skinntorrt; tunt; utmärglad; utmärglat
rare gles; glest; rart; sällspord; sällsport; sällsynt; tunt exeptionell; exeptionellt; extraordinärt; ovanlig; ovanligt; sällsynt
rarefied gles; glest; rart; sällspord; sällsport; sällsynt; tunt
skinny mager; magert; skinntorrt; tunt; utmärglad; utmärglat bara skinn och ben; benig; benigt; knokig; knokigt; mager; magert; smal; smalt
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
meager nödtorftig
meagre nödtorftig
thin tanig; tanigt; tunna
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
teneous gles; glest; rart; sällspord; sällsport; sällsynt; tunt
thin mager; magert; skinntorrt; tunt; utmärglad; utmärglat fattigt; knapert; liten; litet; smalt

Verwante vertalingen van tunt