Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. trygghet:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor trygghet (Zweeds) in het Engels

trygghet:

trygghet [-en] zelfstandig naamwoord

  1. trygghet (strffrihet)
    the impunity
    • impunity [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. trygghet (säkerhet; skydd)
    the safety; the security
    • safety [the ~] zelfstandig naamwoord
    • security [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor trygghet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
impunity strffrihet; trygghet straffrihet
safety skydd; säkerhet; trygghet säkerhet
security skydd; säkerhet; trygghet borgen; garanti; obligation; pant; skydd; säkerhet; säkerhetsbevis; värdepapper

Synoniemen voor "trygghet":


Wiktionary: trygghet

trygghet
noun
  1. -
  2. condition of not being threatened

Cross Translation:
FromToVia
trygghet feeling of security; security; warmth and security of the home Geborgenheit — Zustand des Sicherheits- und Wohlgefühls