Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. trumpet:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor trumpet (Zweeds) in het Engels

trumpet:

trumpet [-en] zelfstandig naamwoord

  1. trumpet
    the wind instrument; the trumpet; the tooter; the horn; the clarion; the car horn; the cornet; the motor horn

trumpet

  1. trumpet (trumpen)

Vertaal Matrix voor trumpet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
car horn trumpet biltuta
clarion trumpet
cornet trumpet fanbärare; fänrik; nationalflagga; tjänstetecken
horn trumpet biltuta; horn
motor horn trumpet biltuta
sulky sulkande
tooter trumpet biltuta
trumpet trumpet
wind instrument trumpet blåsinstrument; mässingsinstrument
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
trumpet spela trumpet; trumpeta
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sulky gnällig; gnälligt; grinigt; irriterad; kinkigt; klagande; klagandet; knarrigt; knorrandet; knotande; knotandet; muttrandet; retlig; retligt; snorkig; snorkigt; surande; surandet; vresig; vresigt
sullen bister; butter; buttert; envist; gnällig; gnälligt; irriterad; kinkigt; knarrigt; lätt sårad; lätt sårat; motspänstig; motspänstigt; motsträvigt; obstinat; oregerligt; retligt; trotsig; trotsigt; uppstudsig; uppstudsigt; vresig; vresigt
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
car horn signalhorn
cornet kornett; strut
horn lur; signalhorn; sirén
morose trumpen; trumpet
sulky trumpen; trumpet purken; sturig; sulky; trulig
sullen trumpen; trumpet murrig; sturig
trumpet lur
wind instrument blåsinstrument

Wiktionary: trumpet

trumpet
noun
  1. brass instrument

Cross Translation:
FromToVia
trumpet trumpet TrompeteMusik: Hohes Blechblasinstrument mit einem Kesselmundstück
trumpet trumpet trompette — Celui qui sonner de la trompette.

Verwante vertalingen van trumpet