Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. tegel:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor tegel (Zweeds) in het Engels

tegel:

tegel [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. tegel (tegelläggning; kakel; kakelläggning)
    the tile work; the tiles; the tiling
    • tile work [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tiles [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tiling [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. tegel
    the brick
    • brick [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tegel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brick tegel sten; tegelsten
tile work kakel; kakelläggning; tegel; tegelläggning
tiles kakel; kakelläggning; tegel; tegelläggning
tiling kakel; kakelläggning; tegel; tegelläggning taktäckning
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
brick byggkloss; hedersknyffel
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brick sten

Wiktionary: tegel

tegel
noun
  1. a building material
  2. hardened block used for building

Cross Translation:
FromToVia
tegel brick baksteen — een uit klei of leem gebakken steen
tegel brick Ziegel — Quader gebranntem Ton, der für den Bau einer Mauer verwendet wird

Verwante vertalingen van tegel