Overzicht


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor strul (Zweeds) in het Engels

strul:

strul [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. strul (trassel; röra; sammelsurium)
    the mess up
    • mess up [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. strul (tjafs; käbbel)
    the hassle; the messing around; the fooling around; the messing about

Vertaal Matrix voor strul:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fooling around käbbel; strul; tjafs
hassle käbbel; strul; tjafs besvär; möda; omständighet; orosmakeri; orosstiftning
mess up röra; sammelsurium; strul; trassel
messing about käbbel; strul; tjafs leka omkring; röra
messing around käbbel; strul; tjafs
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mess up förstöra; misslyckas; röra till; smutsa ner; ställa till; stöka till; trassla

Synoniemen voor "strul":