Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. stickling:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor stickling (Zweeds) in het Engels

stickling:

stickling [-en] zelfstandig naamwoord

  1. stickling (skott)
    the sprout; the shoot; the cutting
    • sprout [the ~] zelfstandig naamwoord
    • shoot [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cutting [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. stickling (urklipp)
    the sprig; the sprout; the shoot; the cutting
    • sprig [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sprout [the ~] zelfstandig naamwoord
    • shoot [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cutting [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor stickling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cutting skott; stickling; urklipp klippning; skära; skärning; snitt; urklipp
shoot skott; stickling; urklipp gren; jakt; jaktparti; kvist; skott; spö; ättling
sprig stickling; urklipp gren; kvist; lövruska; spö; trädgren; ättling
sprout skott; stickling; urklipp blomning
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
shoot avfyra skott mot; beskjuta; filma; fysiljera; skjuta; skjuta ned; skjuta på
sprout gro; härstamma från; komma ifrån; komma ur frö; skjuta i höjden
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cutting skarp; skarpt; skärande; spetsigt; stingande
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
cutting huggning; snärtig; sättkvist
shoot arkebusera; avläggare; brodd; kruta
sprout brodd
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sprout grodd; grott

Wiktionary: stickling

stickling
noun
  1. shoot of a plant
  2. small shoot or scion