Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. stake:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor stake (Zweeds) in het Engels

stake:

stake [-en] zelfstandig naamwoord

  1. stake (ljusstake; ljushållare)
    the candleholder; the candle-stand; the candlestick; the candle-bracket
  2. stake (påle; stång)
    the pole
    – a long (usually round) rod of wood or metal or plastic 1
    • pole [the ~] zelfstandig naamwoord
    the stake
    • stake [the ~] zelfstandig naamwoord
    the post
    – a pole or stake set up to mark something (as the start or end of a race track) 1
    • post [the ~] zelfstandig naamwoord
      • a pair of posts marked the goal1
  3. stake (käpp; påle)
    the stake
    • stake [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor stake:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
candle-bracket ljushållare; ljusstake; stake
candle-stand ljushållare; ljusstake; stake
candleholder ljushållare; ljusstake; stake kandelaber; ljushållare; ljusstake
candlestick ljushållare; ljusstake; stake kandelaber; ljushållare; ljusstake
pole påle; stake; stång pol; påle; stolpe
post påle; stake; stång anställning; arbete; artikel; brevpost; jobb; pelare; position; post; påle; ståplats; vakt; vaktpost
stake käpp; påle; stake; stång påle; påle vid dödsdömds bål
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
post anlägga; anslå; bokföra; lägga; placera; posta; ställa; sätta
stake riskera; våga
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
pole slana; staka
post affischera; stämp

Synoniemen voor "stake":


Wiktionary: stake

stake
noun
  1. in plural — slang — courage
  2. slang: penis

Cross Translation:
FromToVia
stake guts Mummumgangssprachlich: Mut