Smalt in het Engels vertaald uit het Zweeds

Remove Ads

Overzicht

Zweeds naar Engels: Meer gegevens...

smalt:
- slender; thin; delicate; small-boned; petite; narrow; tight; small; cramped; waspish; skinny; bony; emaciated; slim
- neck of land; narrow; isthmus; narrowing; stricture

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor smalt (Zweeds) in het Engels

smalt:

smalt bijvoeglijk naamwoord

smalt (litet; liten)
slender
– being of delicate or slender build ¹
- slender bijvoeglijk naamwoord
  - she was slender as a willow shoot is slender¹
thin
– of relatively small extent from one surface to the opposite or in cross section ¹
- thin bijvoeglijk naamwoord
  - thin wire¹
  - a thin chiffon blouse¹
  - a thin book¹
  - a thin layer of paint¹
delicate; small-boned
- delicate bijvoeglijk naamwoord
- small-boned bijvoeglijk naamwoord
petite
– very small ¹
- petite bijvoeglijk naamwoord
  - her petite figure¹
smalt (trång; knapp; knappt; trångt)
narrow
– limited in size or scope ¹
- narrow bijvoeglijk naamwoord
  - the narrow sense of a word¹
tight
– closely constrained or constricted or constricting ¹
- tight bijvoeglijk naamwoord
  - tight skirts¹
  - he hated tight starched collars¹
  - fingers closed in a tight fist¹
  - a tight feeling in his chest¹
small
– limited in size or scope ¹
- small bijvoeglijk naamwoord
  - a small business¹
cramped
– constricted in size ¹
- cramped bijvoeglijk naamwoord
  - cramped quarters¹
  - trying to bring children up in cramped high-rise apartments¹
smalt (getinglik; smärt; getinglikt)
waspish
- waspish bijvoeglijk naamwoord
smalt (knokig; benig; benigt; knokigt)
skinny; bony; emaciated
- skinny bijvoeglijk naamwoord
- bony bijvoeglijk naamwoord
- emaciated bijvoeglijk naamwoord
smalt (magert; smal)
slim; skinny; slender
- slim bijvoeglijk naamwoord
- skinny bijvoeglijk naamwoord
- slender bijvoeglijk naamwoord

smalt zelfstandig naamwoord

smalt
the neck of land; the narrow; the isthmus; the narrowing; the stricture
- neck of land [the ~] zelfstandig naamwoord
- narrow [the ~] zelfstandig naamwoord
- isthmus [the ~] zelfstandig naamwoord
- narrowing [the ~] zelfstandig naamwoord
- stricture [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor smalt:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
isthmus	smalt	landnacke
narrow	smalt
narrowing	smalt	förträngning; inskränkning; restriktion; striktur
neck of land	smalt	landnacke
slim		bantning; hålla diet
stricture	smalt	förträngning; inskränkning; restriktion; striktur
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
narrow		smala
thin		decimera; minska i antal; tunna ut
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bony	benig; benigt; knokig; knokigt; smalt	benig; benigt; knogaktig; knogaktigt; knotig; knotigt; magrad; magrat
cramped	knapp; knappt; smalt; trång; trångt	borgerligt; kälkborgerlig; kälkborgerligt; medelklass
delicate	liten; litet; smalt	delikat; fin; fint; grasil; grasilt; klen; klent; känslig; känsligt; lättsårad; lättsårat; oläglig; olägligt; omtåligt; prekärt; skör; skört; slankt; smäcker; smäckert; spröd; sprött; späd; spätt; vek; vekt; ömtålig; ömtåligt
emaciated	benig; benigt; knokig; knokigt; smalt	avmagrad; avmagrat; benig; benigt; magrad; magrat; uthungrad; utmärglat
narrow	knapp; knappt; smalt; trång; trångt	trångsynt
petite	liten; litet; smalt	gracil; gracilt; graciös; graciöst; ljuvlig; ljuvligt; sött
skinny	benig; benigt; knokig; knokigt; magert; smal; smalt	bara skinn och ben; benig; benigt; mager; magert; skinntorrt; tunt; utmärglad; utmärglat
slender	liten; litet; magert; smal; smalt	rank figur
slim	magert; smal; smalt	delikat
small	knapp; knappt; smalt; trång; trångt	liten; litet; minimal; minimalt; obetydlig; obetydligt; små; smått; underlägsen; underlägset
tight	knapp; knappt; smalt; trång; trångt
waspish	getinglik; getinglikt; smalt; smärt	drygt; getingaktig; getingaktigt; högfärdig; högfärdigt; mallig; malligt; stursk; sturskt; viktigt
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
delicate		finstämd; knivig
emaciated		avtärd; avtärt
isthmus		näs
narrow		smalna
neck of land		näs
slender		spenslig
slim		banta; rank; spenslig
small		småvuxen
thin		tanig; tanigt; tunna
tight		tajt; tättslutande
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
small-boned	liten; litet; smalt
thin	liten; litet; smalt	fattigt; knapert; mager; magert; skinntorrt; tunt; utmärglad; utmärglat
tight		berusat; drucken; drucket; knapp; på lyset; tight; åtsmitande

Verwante vertalingen van smalt

Remove Ads

Vertaal smalt van Zweeds naar Engels

Uitgebreide vertaling voor smalt (Zweeds) in het Engels

smalt:

smalt bijvoeglijk naamwoord

smalt (litet; liten)

smalt (trång; knapp; knappt; trångt)

smalt (getinglik; smärt; getinglikt)

smalt (knokig; benig; benigt; knokigt)

smalt (magert; smal)

smalt zelfstandig naamwoord

smalt

Vertaal Matrix voor smalt:

Verwante vertalingen van smalt